e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
er heet aan toegaan spannen: ⁄t sjpint (Klimmen) er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)] III-1-4
er wordt geschoten (het) brandt: ǝt brɛnt (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Waarschuwende uitroep vóór het ontsteken van een schietlading. [N 95, 425; monogr.] II-5
ereboog boog: boog (Klimmen), Mv.: `bäög`.  baog (Klimmen), ereboog: de ereboog (Klimmen), der iërebaog vuër de jonge preester (Klimmen), dn ieërebaog vuer dn jónge preester (Klimmen), ieerebaog (Klimmen) De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)] || Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] || Een triumfboog of ereboog ter versiering van de straten [triejoemfboaëg]. [N 96C (1989)] III-3-2
ereboog voor de jonge priester ereboog: de ereboog (Klimmen), der iërebaog vuër de jonge preester (Klimmen), dn ieërebaog vuer dn jónge preester (Klimmen) De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)] III-3-3
ereboog voor het bruidspaar ereboog: der ereboog veur ut broedspaar (Klimmen, ... ), dr ieërebaog vuur t broedspaar (Klimmen, ... ), enne iërebaog buër t broetspaar (Klimmen, ... ) de ereboog voor het bruidspaar [N 96D (1989)] || het plein vóór de kerk [kerkplaats, kerkplein, plei] [N 96D (1989)] III-2-2
erf erf: ɛrəf (Klimmen), goed: gōt (Klimmen), hof: hōͅf (Klimmen), mest: meͅs (Klimmen) I-7
erf en omliggende landerijen erf: ɛrǝf (Klimmen), gewande: gǝwan (Klimmen), goed: gōt (Klimmen), hof: hǭf (Klimmen) De algemene benaming voor het boerenerf met de omliggende landerijen. [N 5AøIIŋ, 76f; L 38, 23] I-8
erfenis erfenis: erfenis (Klimmen) het geheel van wat iemand van een overledene krijgt [erfenis, erf] [N 89 (1982)] III-3-1
erfgenaam erfgenaam: erfgenaam (Klimmen) degene die een erfenis of een gedeelte daarvan krijgt [erfgenaam, erf] [N 89 (1982)] III-3-1
ergens buiten het hok blijven zitten blijven zitten: zitte blieve (Klimmen) Hoe zegt men: het blijven zitten ergens buiten het hok? [N 93 (1983)] III-3-2