27810 |
hulpwerkzaamheden |
nevenwerk:
nę̄vǝwęrk (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Algemene term voor het aanleggen van spoor, het verlengen van persluchtbuizen en luchtkokers en eventueel ook het maken van een watergoot bij het drijven van een steengang of galerij. [N 95, 799]
II-5
|
24572 |
hulst |
hulst:
#NAME?
huls (Q111p Klimmen),
Veldeke
huls (Q111p Klimmen)
|
De altijdgroene heester met stijve, stekelpuntige, glimmende bladeren, witte bloemen en rode bessen; hulst (heukel, velst, ulster, prikblad). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
17956 |
huppelen |
huppelen:
höppele (Q111p Klimmen)
|
Huppelen: met kleine sprongetjes zich voortbewegen (hippen, hoppen, huppen, huppelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17959 |
hurken |
(zich) hukken:
hūke (Q111p Klimmen),
hūūke (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen),
zich op de hukken zetten:
zich op de hūūke zètte (Q111p Klimmen),
zich oppen huke zètten (Q111p Klimmen)
|
hurken [SGV (1914)] || hurken, op zijn ~ gaan zitten [N 10 (1961)]
III-1-2
|
21333 |
huurpenning |
meepenning:
mijpenning (Q111p Klimmen),
[beïnvloeding door suggesties "huurpenning [...] worrel, weerder"in de vraagstelling]
d⁄r neijpenning (Q111p Klimmen)
|
het geld dat de koper, of huurder contant ontvangt om de overeenkomst te bevestigen [huurpenning, godspenning, handpenning, worrel, weerder] [N 89 (1982)] || huurpenning [SGV (1914)]
III-3-1
|
20429 |
huwelijk |
trouw, de -:
trouw (Q111p Klimmen)
|
huwelijk [SGV (1914)]
III-2-2
|
24049 |
huwelijksafkondigingen |
*trouwbruid:
der trouwbreud (Q111p Klimmen),
roepen:
de reup (Q111p Klimmen),
der roop, mv. reup kriege (Q111p Klimmen)
|
De huwelijksafkondigingen, huwelijksgeboden, de "roepen", de "geboden". [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24048 |
huwelijksexamen |
op christenleer gaan bij pastoor:
op kristeliër gaon biej pesjtoër (Q111p Klimmen),
trouwexamen:
ut trouwexame (Q111p Klimmen)
|
Het huwelijksexamen bij de pastoor. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23516 |
huwelijksmis |
bruidsmis:
de broedsmes (Q111p Klimmen),
de broedsmès (Q111p Klimmen),
de broetsmès (Q111p Klimmen)
|
De huwelijksmis, bruidsmis [broedsmaes]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21667 |
hypotheek |
hypotheek:
⁄n hypetieëk (Q111p Klimmen)
|
de geldsom die verstrekt wordt op een onderpand bestaande uit bijv. onroerend goed [hypotheek, rippeteek] [N 89 (1982)]
III-3-1
|