17846 |
in beweging komen |
(zich) roeren:
zich reure (Q111p Klimmen),
bougeren (<fr.):
boezjére (Q111p Klimmen)
|
beweging, In ~ komen (meutelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20442 |
in de doodskist leggen |
inzerken:
i-zerke (Q111p Klimmen),
kisten:
kiste (Q111p Klimmen)
|
een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
33613 |
in de moestuin werken |
gardenieren:
gardeneere (Q111p Klimmen),
hoven:
hø͂ͅvə (Q111p Klimmen)
|
[N P (1966)]
I-7
|
30623 |
in de rot zetten |
rotten:
rǫtǝ (Q111p Klimmen)
|
Pasgemaakte loodwitverf enige maanden laten staan. Wanneer loodwit met lijnolie tot een dik deeg wordt aangemengd, heeft er een verzepingsproces plaats, waardoor de verf fijner van korrel wordt en een dekkender verflaag oplevert. Dit gaat met een kleine temperatuursverhoging gepaard en is na een paar maanden geëindigd (Zwiers II, pag. 303). [N 67, 27a]
II-9
|
20684 |
in de schil gekookte aardappelen |
zwelmannetjes:
Syst. WBD
zjwélmènnekes (Q111p Klimmen)
|
In de schil gekookte aardappelen (zwelmennekes?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
19449 |
in de tuin werken |
gardenieren:
gardeneere (Q111p Klimmen),
gardenére (Q111p Klimmen),
hovenieren:
hovenére (Q111p Klimmen)
|
Een tuin verzorgen (in de hof werken, hovenieren, hoven) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21985 |
in goede conditie (zijn) |
in vorm (zijn):
ze is i vorm (Q111p Klimmen)
|
Hoe zegt men van een duif: ze is in goede conditie? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
30157 |
in groefleger liggen |
in de laag liggen:
en dǝ lǭx liqǝ (Q111p Klimmen)
|
Gezegd van natuursteen die volgens de stand waarin hij in de groeve werd aangetroffen is gemetseld. Metselwerk dat op deze wijze was uitgevoerd, werd in K 353 'bruut metselwerk' ('brøt m'tsǝlw'rǝk') genoemd. [N 31, 31e]
II-9
|
22033 |
in groep vliegen |
in het kudde vliegen:
in ’t köd vlege (Q111p Klimmen)
|
Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: in groep vliegen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
19924 |
in het sop doen |
luteren:
luetere (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen)
|
in het zeepsop zetten
III-2-1
|