e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
japanlak japanlak: japanlak (Klimmen), japanse lak: japansǝ lak (Klimmen) Fabrieksmatig bereide glansverf met vernis of standolie als bindmiddel. [N 67, 21c; div.] II-9
jarig zijn jarig zijn: hai is jurig (Klimmen), jø͂ͅrex zīə (Klimmen) Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] || Zijn geboortedag herdenken [jarig zijn, bejaren, verjaren]. [N 88 (1982)] III-3-2
jarretelle jarretelle (fr.): sjarretéls (Klimmen), zjarretels (Klimmen) jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)] III-1-3
jas jas: jas (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Jas die de mijnwerker als bovenkleding draagt. Het "putjasje" dat men in L 417 kent, heeft twee binnenzakken: één voor het eten en één voor de mijnlamp. [N 95, 64; Vwo 139] II-5
jas: algemeen jas: der jas (Klimmen), jas (Klimmen), jes (Klimmen), mv. jes  jas (Klimmen) jas [SGV (1914)] || jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] || jassen (mv.) [SGV (1914)] III-1-3
jasje van het mantelpak jas: vklw: jéske  jas (Klimmen), manteltje: mentelke (Klimmen) jasje van het mantelpak [N 23 (1964)] III-1-3
jasje van het zwarte pak korte zwarte jas: korte zjwarte jas (Klimmen), zwarte jas: zjwarte jas (Klimmen) jas van het zwarte pak, vaak kort [N 23 (1964)] III-1-3
jasschort jasscholk: jas- sjòlk (Klimmen), jassenscholk: jasse-sjolk (Klimmen) schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)] III-1-3
jenever schnaps (du.): sjnàps (Klimmen) jenever; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank bereid uit moutwijn waaraan bij de distillatie jeneverbessen zijn toegevoegd, die er het aroma aan verlenen (snevel, babbelwater, jandoedel, knevelwas, kwak, sjenevel, jenever, klare, snaps) [N 80 (1980)] III-2-3
jeneverbes vrakelder: -  vraa kelder (Klimmen), wacholder: Veldeke jeneverbes (D. Wacholder)  wachelder (Klimmen) jeneverbes (Juiniperus communis L.) [N 92 (1982)] || jeneverbes (Juniperus communis L.), de struik [DC 30 (1958)] III-4-3