30607 |
japanlak |
japanlak:
japanlak (Q111p Klimmen),
japanse lak:
japansǝ lak (Q111p Klimmen)
|
Fabrieksmatig bereide glansverf met vernis of standolie als bindmiddel. [N 67, 21c; div.]
II-9
|
22435 |
jarig zijn |
jarig zijn:
hai is jurig (Q111p Klimmen),
jø͂ͅrex zīə (Q111p Klimmen)
|
Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] || Zijn geboortedag herdenken [jarig zijn, bejaren, verjaren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18336 |
jarretelle |
jarretelle (fr.):
sjarretéls (Q111p Klimmen),
zjarretels (Q111p Klimmen)
|
jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18752 |
jas |
jas:
jas (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Jas die de mijnwerker als bovenkleding draagt. Het "putjasje" dat men in L 417 kent, heeft twee binnenzakken: één voor het eten en één voor de mijnlamp. [N 95, 64; Vwo 139]
II-5
|
18193 |
jas: algemeen |
jas:
der jas (Q111p Klimmen),
jas (Q111p Klimmen),
jes (Q111p Klimmen),
mv. jes
jas (Q111p Klimmen)
|
jas [SGV (1914)] || jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] || jassen (mv.) [SGV (1914)]
III-1-3
|
18704 |
jasje van het mantelpak |
jas:
vklw: jéske
jas (Q111p Klimmen),
manteltje:
mentelke (Q111p Klimmen)
|
jasje van het mantelpak [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18572 |
jasje van het zwarte pak |
korte zwarte jas:
korte zjwarte jas (Q111p Klimmen),
zwarte jas:
zjwarte jas (Q111p Klimmen)
|
jas van het zwarte pak, vaak kort [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18326 |
jasschort |
jasscholk:
jas- sjòlk (Q111p Klimmen),
jassenscholk:
jasse-sjolk (Q111p Klimmen)
|
schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)]
III-1-3
|
20561 |
jenever |
schnaps (du.):
sjnàps (Q111p Klimmen)
|
jenever; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank bereid uit moutwijn waaraan bij de distillatie jeneverbessen zijn toegevoegd, die er het aroma aan verlenen (snevel, babbelwater, jandoedel, knevelwas, kwak, sjenevel, jenever, klare, snaps) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24556 |
jeneverbes |
vrakelder:
-
vraa kelder (Q111p Klimmen),
wacholder:
Veldeke jeneverbes (D. Wacholder)
wachelder (Q111p Klimmen)
|
jeneverbes (Juiniperus communis L.) [N 92 (1982)] || jeneverbes (Juniperus communis L.), de struik [DC 30 (1958)]
III-4-3
|