22616 |
nieuwjaar wensen |
nieuwjaar afwinnen:
Nüjjaor aafwinne (Q111p Klimmen),
nieuwjaar wensen:
Nüjjaor winsje (Q111p Klimmen),
verrassen:
verasche (Q111p Klimmen)
|
Nieuwjaar wensen, Nieuwjaar winnen, afwinnen. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
19052 |
nieuws |
nieuws:
nuujts (Q111p Klimmen),
nŭŭjts (Q111p Klimmen)
|
een bericht over iets dat nog onbekend was [nets, nieuws] [N 85 (1981)] || nieuws [SGV (1914)]
III-3-1
|
19010 |
nieuwsgierig |
nieuwsgierig:
nŭŭjsjeierig (Q111p Klimmen)
|
nieuwsgierig [SGV (1914)]
III-1-4
|
17724 |
nieuwsgierig kijken |
gapen:
gaapsje (Q111p Klimmen),
giepe (Q111p Klimmen)
|
kijken: nieuwsgierig kijken [blieke, spitsmoele] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
19177 |
nieuwsgierigaard |
nieuwsgierige:
⁄ne nüjsjieërige (Q111p Klimmen),
nieuwsgierige naas:
⁄ne nüjsjieërige naas (Q111p Klimmen)
|
iemand die alles nieuwsgierig bekijkt [gaper] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18020 |
niezen |
niesten:
neeste (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen)
|
niezen [niese, nieste] [N 10a (1961)] || niezen, proesten [SGV (1914)]
III-1-2
|
18122 |
nijdnagel |
schronde:
sjrôn (Q111p Klimmen)
|
Hoe noemt men een los stukje vel aan de rand van de nagel van een vinger? (Nederl. nij(d)nagel, dwangnagel, stroopnagel). [DC 30 (1958)]
III-1-2
|
30857 |
nijptang |
pitstang:
petštaŋ (Q111p Klimmen)
|
In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor tangen van diverse vorm en grootte die vooral dienen om spijkers uit trekken, maar vaak ook gebruikt worden om draadnagels of metaaldraad af te knippen. Zie ook afb. 144. Uit het Leuvens materiaal L B2, 228-229 blijkt, dat het woordtype trektang vooral de benaming is voor een vrij grote tang waarmee spijkers kunnen worden uitgetrokken. [N 33, 180; N 64, 47b; L B2, 228-229; monogr.; div.]
II-11
|
21643 |
nikkelgeld |
nikkelgeld:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
nĭĕkkelgeld (Q111p Klimmen)
|
nikkelen of witmetalen geldstukken [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21401 |
niks waard |
niks waard:
wêrd (Q111p Klimmen)
|
waard (dat is niets ~) [SGV (1914)]
III-3-1
|