29978 |
op steigerhoogte |
op stellinghoogte:
op štęleŋhyǝxtǝ (Q111p Klimmen),
op stellingshoogte:
op štęleŋshyǝx˱dǝ (Q111p Klimmen)
|
Gezegd van metselwerk dat zover is gevorderd, dat men gebruik moet gaan maken van een steiger of de bestaande steiger moet gaan verhogen. [N 31, 46b; monogr.]
II-9
|
22368 |
op stelten lopen |
op stelten lopen:
op sjtelte laupe (Q111p Klimmen)
|
stelten [op ~ loopen] [SGV (1914)]
III-3-2
|
17913 |
opbergen |
opbergen:
opberregge (Q111p Klimmen)
|
opbergen [DC 38 (1964)]
III-1-2
|
27769 |
opbraak |
opbraak:
opbraak (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I)]
[Emma]),
opbrāk (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Een blinde schacht die in opwaartse richting wordt gedreven. De invuller uit L 417 merkt daarover voor de mijnen in Zwartberg en Waterschei op dat een opbraak en een neerbraak (zie het lemma Neebraak) een "beurkê", d.w.z. een blinde schacht, in opbouw zijn. [N 95, 183; N 95, 78; monogr.; Vwo 206; Vwo 567]
II-5
|
33205 |
opbrengst van een aardappelstruik |
struik:
štrūk (Q111p Klimmen)
|
Bij het woordtype kooksel wordt opgemerkt: "eigenlijk voldoende om éénmaal van te eten". [N 12, 19]
I-5
|
28108 |
open ruimte in de opvulling |
pfusch:
fuš (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Emma])
|
Open plek in de opvulling van ontkoolde ruimten. [N 95, 553; N 95, 554; monogr.; div.]
II-5
|
21548 |
openbare verkoop |
uitroep:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
der ōētroop (Q111p Klimmen),
verkoop:
enne verkoup (Q111p Klimmen),
⁄ne verkoup (Q111p Klimmen),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
’ne verkoup (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen)
|
een openbare verkoping aan de meest biedende; verkoping bij opbod bijv. van huizen, landerijen, groenten en fruit, vis, etc. [roep, veiling] [N 89 (1982)] || openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)] || openbare verkoping van onroerende goederen [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21150 |
openbare weg |
grote weg:
d⁄r groeëte waeg (Q111p Klimmen),
straat:
sjtraot (Q111p Klimmen),
weg:
wāēg (Q111p Klimmen)
|
een grote, doorgaande weg, een openbare straatweg (baan, grootbaan, steenweg, kasseiweg, klinkerd, klinkweg) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18199 |
openbroek met linten |
broek:
Kan ook een sjtormbrook of sjnelpisser zijn indien van voren open.
brook (Q111p Klimmen)
|
vrouwen (onder)broek (vero) met zijsplitten en voorzien van linten in de pijpband waarmee de kousen worden vastgemaakt [boks] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
23457 |
opening in een galmgat |
schallok:
e sjallaok (Q111p Klimmen),
sjallaok (Q111p Klimmen),
schalmlok:
sjalmlook (Q111p Klimmen)
|
Elk van de openingen in zon venster [schal-laok,-loch?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|