21261 |
pad, paadje |
voetpad, voetpaadje:
vootpaad (Q111p Klimmen),
vootpaad, vootpê (Q111p Klimmen),
⁄ne vootpaad (Q111p Klimmen)
|
een weggetje gemaakt door de voetstappen van mensen of dieren (zandbaan, pad, weg, weggel, wegeling) [N 90 (1982)] || pad, paden (mv.) [SGV (1914)]
III-3-1
|
24534 |
paddestoel (alg.) |
jodenoor:
jŭŭddenoir (Q111p Klimmen),
jødəno.ər (Q111p Klimmen),
tateskop:
eetbare soort
tatesjköpp (Q111p Klimmen)
|
paddestoel [RND], [SGV (1914)] || paddestoel, morille
III-4-3
|
17550 |
pafferig dik, opgeblazen van lijf |
opgeblazen (dik):
opgeblaoze (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen),
pofferig:
poefferig (Q111p Klimmen),
poffetig:
poeffetig (Q111p Klimmen)
|
dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] || opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17874 |
pak slaag |
zwens:
Opm. RK: als overige heteroniemen kunnen waarschijnlijk afgeleide vormen van de ww. onder vraag 089 gelden, alhoewel de informant dit niet aangeeft.
zjwens (Q111p Klimmen)
|
Pak slaag (tek, travans, streep, smeer, batter, roefel, kiffel, pek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18170 |
pak, kostuum |
kostuum:
costuum (Q111p Klimmen),
kestŭŭm (Q111p Klimmen),
montering:
ein nuuj monteering (Q111p Klimmen),
monteering (Q111p Klimmen),
montuur (<fr.):
montoor (Q111p Klimmen),
mentéring/ Fr. monture
mentoeer (Q111p Klimmen),
pak:
pak (Q111p Klimmen)
|
kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)] || pak [SGV (1914)] || pak [een nieuw ~] [SGV (1914)]
III-1-3
|
24293 |
paling, aal |
aal:
oal (Q111p Klimmen),
paling:
poaling (Q111p Klimmen)
|
aal [SGV (1914)] || paling [SGV (1914)]
III-4-2
|
24489 |
palmboompje |
palmenstruik:
pamesjtroek (Q111p Klimmen)
|
palm (Buxus sempervirens) [DC 69 (1994)]
III-4-3
|
23791 |
palmbosje |
palmen (mv.):
de pawme (Q111p Klimmen),
palmwis:
palmwösch (Q111p Klimmen)
|
Het palmbosje dat op Palmzondag gewijd wordt [palemwösj]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23790 |
palmprocessie |
palmprocessie (<lat.):
palmprocessie (Q111p Klimmen),
pilatus uitjagen:
De informant vraagt zich af of deze `populaire` benaming typisch Klimmens is of ook nog elders voorkomt.
Pilatus oetjage (Q111p Klimmen)
|
De processie die op Palmzondag gehouden wordt, palmprocessie. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23789 |
palmtakje |
palmentakje:
e pawmeteksjke (Q111p Klimmen),
palmetekske (Q111p Klimmen)
|
Het palmtakje dat men achter het wijwaterbakje steekt om bij ziekte en onweer wijwater mee te sprenkelen [palemteks-je]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|