21130 |
rijden |
varen:
vare (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen)
|
zich voortbewegen in of op een voertuig (rijden, varen) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33174 |
rijentrekker |
aardappelsreek:
ęrpǝlsrē̜k (Q111p Klimmen),
krotenreek:
krōǝtǝrē̜k (Q111p Klimmen),
trekreek:
trękrē̜k (Q111p Klimmen)
|
De rijentrekker is een houten harkachtig gereedschap waarmee evenwijdige lijnen of sleuven getrokken worden, waarlangs gezaaid of gepoot wordt, zonder dat men telkens touwen hoeft te gebruiken. Door op de snijpunten te planten van de lengtelijnen en de dwarslijnen die men over de akker heeft getrokken, kan men de afstand tussen de planten gelijk houden. Sommige rijentrekkers hebben aan boven- én onderkant tanden. De afstanden tussen de tanden variëren, afhankelijk van de plantensoort die gekweekt wordt. Er zijn ook rijentrekkers met verstelbare tanden. De gebruikelijke afstand tussen de aardappelstruiken varieert van 40 tot 60 cm. [N 18, 96; monogr.; add. uit N 18, 43; N 11A, 83]
I-5
|
31392 |
rijfelijzer |
schaafvijl:
šāf˲vīl (Q111p Klimmen)
|
Licht, omgebogen, stalen vijltje of raspje in diverse groftes voor het bewerken van oneffen uitgediepte voorwerpen. Het rijfelijzer wordt vooral gebruikt door edelsmeden en instrumentmakers voor fijn werk. Zie ook afb. 107. [N 33, 102]
II-11
|
21435 |
rijk zijn |
<uitdr.> daar liggen veel paardskeutelen op de mest:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
dao lieGGe vööl paesjkuttelle op der mès (Q111p Klimmen),
draad hebben:
draod höbbe (Q111p Klimmen),
een stoot kunnen verdragen:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
enne sjtôôt kinne verdraage (Q111p Klimmen),
een van de fijnste zijn:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
enne van de fienste zieën (Q111p Klimmen),
er goed bij zitten:
good derbie zitte (Q111p Klimmen),
er goed in zitten:
good drin zitte (Q111p Klimmen),
fortuin gemaakt hebben:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
zie fortuun gemakt höbbe (Q111p Klimmen),
gefortuneerd zijn:
gefortuuneerd zieën (Q111p Klimmen),
geld wie drek en luizen als dobbelstenen hebben:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
geld wie drek en luus wie dobbelsjtein (Q111p Klimmen),
get aan de voeten hebben:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
get aa gen veut höbbe (Q111p Klimmen),
get in het vet hebben:
gèt in ’t vét höbbe (Q111p Klimmen),
goed beslagen zijn:
good besjlaage zieën (Q111p Klimmen),
goed katholiek zijn:
good katteliek zieën (Q111p Klimmen),
groot fortuin hebben:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
’n grôôt fortūūn höbbe (Q111p Klimmen),
in het geld zwemmen:
in ’t gèld zjwumme (Q111p Klimmen),
knabben hebben:
knabbe höbbe (Q111p Klimmen),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
knabbe höbbe (Q111p Klimmen),
naar gene hoeven te vragen:
nao genne haove te vraoge (Q111p Klimmen),
niet weten wie rijk men is:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
neet weite wie rīēk (Q111p Klimmen),
om welmoed leven:
in waalmood laeve (Q111p Klimmen),
oorden hebben:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
öört höbbe (Q111p Klimmen),
rijk zijn:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
riek zieë (Q111p Klimmen),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
rīēk zieën (Q111p Klimmen),
schatrijk zijn:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
sjat rīēk (Q111p Klimmen),
steenrijk zijn:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
sjtein rīēk (Q111p Klimmen),
stikken van het geld:
van ’t geld sjtikke (Q111p Klimmen),
van de renten leven:
van de rinte laeve (Q111p Klimmen),
van het geld barsten:
barsjte van ’t geld (Q111p Klimmen),
van ’t geld barsjte (Q111p Klimmen),
veel adem hebben:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
vööl aom höbbe (Q111p Klimmen),
veel goddelijke hebben:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
vööl goddellikke höbbe (Q111p Klimmen),
veel klamotten hebben:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
vööl klamotte höbbe (Q111p Klimmen),
veel spie hebben:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
vööl sjpie höbbe (Q111p Klimmen),
ze hebben:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
die höbbe ze (Q111p Klimmen),
zich het heel goed kunnen leisten (du.):
zich ’t hieël good kinne leiste (Q111p Klimmen),
zo rijk zijn als water diep is:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
zoeë riek es water deep (Q111p Klimmen),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
zôô rīēk ès waater deep (Q111p Klimmen)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: rijk zijn [rijk zijn, zwemmen in zijn geld, een groot fortuin hebben enz. enz.] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21269 |
rijkdom |
rijkdom:
rīgdom (Q111p Klimmen)
|
rijkdom [RND]
III-3-1
|
21609 |
rijksdaalder |
karrenrad:
karreraad (Q111p Klimmen),
schijf:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
sjīēf (Q111p Klimmen),
stuk:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
e sjtök (Q111p Klimmen),
stuk van twee vijftig:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
e sjtök van twieë-fieftig (Q111p Klimmen),
twee vijftig:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
twieë-vĭĕftig (Q111p Klimmen)
|
rijksdaalder, een ~ [vijftiger, knaak, ploegrol?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21476 |
rijksveldwachter |
rijksveldwachter:
rīēksveldwachter (Q111p Klimmen),
veldwachter:
veldwachter (Q111p Klimmen)
|
een agent van de rijksveldwacht [die zorgt voor de handhaving van de orde op het platteland] [rijks, schabeletter, champetter, pandoer, garde, vörster] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21474 |
rijkswachter |
gendarme (fr.):
zjenderm (Q111p Klimmen),
zjéndérrem (Q111p Klimmen),
marechaussee (<fr.):
marsjesee (Q111p Klimmen)
|
een lid van het militaire politiekorps [gendarm, harenmutsel, pakkeman, marechaus-see, massee] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
26478 |
rijn |
desser:
dęsǝr (Q111p Klimmen)
|
Algemene benaming voor het van vier klauwen voorziene ijzeren kruis in het middengat van de draaiende molensteen dat dient om de draaiïng van het staakijzer op de steen over te brengen. Zie voor de benamingen voor speciale rijntypen de lemmata ɛtweetakrijnɛ, ɛdrietakrijnɛ en ɛbalanceerrijnɛ.' [N O, 15a; A 42A, 20; N D, 18; Sche 45; Vds 84; Jan 122; Coe 100; Grof 120]
II-3
|
20816 |
rijp |
rijp:
rīēp (Q111p Klimmen)
|
rijp [RND]
III-2-3
|