e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tabak toebak: toebak (Klimmen) tabak [SGV (1914)] III-2-3
tabaksnerven tabaksstelen: toebaks-sjteel (Klimmen) tabaksnerven? [N 93 (1983)] III-3-2
tabakspruim pruim: prōēm (Klimmen), pruimsjiek: proem sjiek (Klimmen), sjiek: sjiek (Klimmen), sjĭĕk (Klimmen) pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3
tabakssap zever: zeiver (Klimmen), zēīver (Klimmen) Hoe noemt U: Vuil water in een pijp (smierk, nerrik) [N 80 (1980)] III-2-3
tabernakel tabernakel (<lat.): t tabernakel (Klimmen), tabbernakel (Klimmen), tabernakel (Klimmen) Het tabernakel, het rijkversierd kastje (op het hoofdaltaar of op het sacra-mentsaltaar), waarin het Allerheiligste bewaard wordt. [N 96A (1989)] III-3-3
tafel tafel: tōͅfəl (Klimmen) tafel [SGV (1914)] III-2-1
tafelgebed beden voor en na het eten: bae vuer en nao `t ète (Klimmen), bae vuër en nao `t aete (Klimmen), tafelgebed: taofelgebet (Klimmen) Het tafelgebed vóór en na het eten. [N 96B (1989)] III-3-3
tafelmes mets: mets (Klimmen), smeermets: sjmieërmèts (Klimmen), tafelmets: taofelmèts (Klimmen) mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)] III-2-1
tafelvernis tafelvernis: tǭfǝlvǝrnīs (Klimmen) Vernis voor tafel- en presenteerbladen die bestand is tegen warmte en tegen de inwerking van water, alcohol, etc. [N 67, 21c] II-9
tak (alg.) goets: goedsj (Klimmen), remmel: ± WLD  rèmmel (Klimmen), tak: tak (Klimmen, ... ), tek mv (Klimmen), #NAME?  tak (Klimmen), Veldeke  ’ne tak (Klimmen), takje: Veldeke dim.  e teksjke (Klimmen) dikke tak [DC 25 (1954)] || Een twee- of meerjarige twijg (tak, spil, tekker). [N 82 (1981)] || tak [SGV (1914)] III-4-3