34204 |
tussenklauwontsteking |
harenbos:
hǭrǝbōǝš (Q111p Klimmen),
slak:
šlęk (Q111p Klimmen)
|
Door het binnendringen van scherpe voorwerpen zoals spijkers, stenen of strohalmen tussen de klauwen van een koe kunnen kleine wondjes ontstaan. Door infectie kan een pijnlijke zwelling ontstaan, waardoor de klauwen van elkaar kunnen worden gewrongen. Tussenklauwontsteking is vaak een naziekte van mond- en klauwzeer. Zie ook het lemma ''tussenklauwontsteking'' in wbd I.3, blz. 482-483. [N 3A, 81; N 52, 10; A 48A, 14]
I-11
|
21491 |
tussenpersoon |
maquignon (fr.):
⁄ne makkeljóng (Q111p Klimmen)
|
een tussenpersoon in de handel (van producent naar winkelier) [makkeljon] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21618 |
twee centiem |
twee centiem:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
twieë-séntīēm (Q111p Klimmen)
|
koperen munt van 2 centiem [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21626 |
twee frank |
dubbele frank:
enne döbbelle frang (Q111p Klimmen)
|
2 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21989 |
tweede |
tweede:
Opm. invuller noteert hier als antwoord "enz."; weet niet wat het dialectwoord is voor "derde"en ben dus niet helemaal zeker van dit antwoord?!
d’r twieëde, derde inzèt (Q111p Klimmen)
|
een duif op de tweede, derde, vierde... plaats op die lijst zetten? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22039 |
tweede ei |
tweede ei:
’t twieëde ei (Q111p Klimmen)
|
Hoe heet verder: het tweede ei? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
32960 |
tweede grasoogst |
zomergras:
zōmǝrgrās (Q111p Klimmen)
|
Het gras dat de koeien afgrazen als ze voor de tweede maal in de wei lopen. [N 14, 129b]
I-3
|
32958 |
tweede klaveroogst |
tweede schaar:
twīǝdǝ šǭr (Q111p Klimmen)
|
In verband met de benamingen voor nagras is de informanten ook gevraagd of ze een specifiek woord kenden voor de tweede klaveroogst; hier zijn alleen de opgaven opgenomen die afweken van die voor ''nagras''. [N 14, 128c]
I-3
|
23251 |
tweede luiden voor de mis |
trumpen:
trumpe (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen),
tumpen:
t tumpe (Q111p Klimmen),
tumpe (Q111p Klimmen),
kwartier
tumpe (Q111p Klimmen)
|
Het luiden van de klokken op zondag een half uur en/of een kwartier vóór de aanvang van de vroegmis, de hoogmis, het lof of de vespers. [N 96A (1989)] || Het tweede luiden vóór de hoogmis [tezamen luiden, tsezame loeë]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21648 |
tweede verkoping |
afslag:
der aafsjlaag (Q111p Klimmen),
mijnen:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
mīēne (Q111p Klimmen),
toeslag:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
d’r toeslaag (Q111p Klimmen)
|
de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|