21917 |
tweejarige duif |
tweejarige:
’ne twieë- of drie-jäörige (Q111p Klimmen)
|
een duif van 2 of 3 jaar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
34482 |
tweeslachtige jonge kip |
loerhaan:
lūrhān (Q111p Klimmen)
|
Met betrekking tot het woordtype loerhaan merken informanten op, dat deze een haan is met een geslachtelijke afwijking of dat deze het uiterlijk van een haan heeft maar geen volledige haan is. [N 70, 10; N C, add.; N 19, add.; monogr.]
I-12
|
34234 |
tweespeen |
tweedemer:
twīǝdē̜mǝr (Q111p Klimmen)
|
Koe die slechts uit twee spenen melk geeft. [N 3A, 66]
I-11
|
30096 |
tweesteense muur |
tweesteense muur:
twiǝštęjns [muur] (Q111p Klimmen)
|
Muur waarvan de dikte gelijk is aan de lengte van twee metselstenen. Zie voor de fonetische documentatie van het woord en woorddeel '(muur)' het lemma 'Muur'. [N 31, 37d; monogr.]
II-9
|
24495 |
twijg, jonge tak |
goets:
± WLD
gŏĕtsj (Q111p Klimmen),
scheut:
Veldeke
’ne sjuet (Q111p Klimmen),
vits:
viets (Q111p Klimmen),
#NAME?
vĭĕtsj (Q111p Klimmen)
|
Een twijg, een jonge tak (bent, twijg, wis, sprik, tak, teen). [N 82 (1981)] || twijgje
III-4-3
|
29136 |
twijnen |
tweren:
twiǝrǝ (Q111p Klimmen)
|
Twee of meer enkel gesponnen draden tot één garen ineendraaien. Dit deed men om het uitrafelen te voorkomen en sterk garen te krijgen. [N 34, D add.; N 48, 77b; Gi 1.IV, 39]
II-7
|
33597 |
ui, ajuin |
un:
mv. unne
un (Q111p Klimmen),
unne:
ønə (pl) (Q111p Klimmen)
|
[DC 13 (1945)]
I-7
|
33788 |
uier |
udder:
ødǝr (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen),
uier:
øi̯ǝr (Q111p Klimmen)
|
[JG, 1b; A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a en 39b]De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.] || Uier, alle tepels samen. [N 19, 19b; JG 1a, 1b]
I-11, I-12, I-9
|
34157 |
uieren |
beginnen te udderen:
ødǝrǝ (Q111p Klimmen),
udder maken:
ødǝr mākǝ (Q111p Klimmen)
|
Een zwellende uier krijgen in de draagtijd, gezegd van de koe. [N 3A, 35; A 9, 16; monogr.]
I-11
|