e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
varkenstrog trog: trǭx (Klimmen) De vaste voerbak in een varkenshok voor het vloeibare voedsel. [N 5A, 60d; A 4, 4d; L 8, 19; L 20, 4d] I-6
varkensvet smout: sjmaut (Klimmen) smout [SGV (1914)] III-2-3
varkenswei varkenswei: vɛrǝkǝs˱węi̯ (Klimmen) De met een houten schutting of prikkeldraad omheinde ruimte in de open lucht waar de varkens lopen. Vaak wordt de boomgaard als varkenswei gebruikt. [N 5A, 61a; N 76, 41a; A 10, 9e] I-6
vast varkensvoer beestengoed: bīǝstǝgōt (Klimmen), varkensvoer: vɛrkǝsvōr (Klimmen) [N 76, 39; monogr.] I-12
vaste boord bandje: bendje (Klimmen), boordje: baőrdje (Klimmen), kraag: kraag (Klimmen) kraag, vaste halsboord van een overhemd [N 23 (1964)] III-1-3
vaste misgezangen vaste gezangen: de vaste gezange (Klimmen), vaste misgezangen: vaste mèsgezange (Klimmen) De vaste misgezangen [Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Agnus Dei]. [N 96B (1989)] III-3-3
vaste voer- en drinkbak krib: krøp (Klimmen) De opgemetselde bak of goot, soms in vakken verdeeld, die vóór de koeien langs loopt, waaruit de koeien eten en drinken. De hoogte van de bak verschilt van plaats tot plaats. Het water wordt het laatst in de bak gedaan. De bak is dan meteen schoon. Zie ook het vorige lemma "voer- en drinkgoot" (2.2.14). Zie ook afbeelding 10 bij het lemma "koeienstand" (2.2.23). [N 5A, 37b; N 4, 76; N 5, 96; L 1, a-m; L A1, 174; S 19; Wi 4; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10] I-6
vasten vasten: vaste (Klimmen, ... ) Het zich geheel of gedeeltelijk onthouden van eten; in het bijzonder: slechts eenmaal per dag een volle maaltijd gebruiken, vasten [vaste, va.ste]. [N 96D (1989)] III-3-3
vastenavond vastelavond: vasteladvent (Klimmen), vastenavond: Vastenoavend (Klimmen), vastənoͅ.vənt (Klimmen) De zondag vóór Aswoensdag, vastenavond [vasteloaëved]. [N 96C (1989)] || vastenavond [RND] || Vastenavond [SGV (1914)] III-3-2
vastendag vastendag: `ne vastedaag (Klimmen), Vastedaag (Klimmen), vastedaag (Klimmen), ???  vastedaag is `vazele daag (Klimmen) Een vastendag [vassendag, vasseldag]. [N 96D (1989)] || vastendag [SGV (1914)] III-3-3