33393 |
varkenstrog |
trog:
trǭx (Q111p Klimmen)
|
De vaste voerbak in een varkenshok voor het vloeibare voedsel. [N 5A, 60d; A 4, 4d; L 8, 19; L 20, 4d]
I-6
|
20646 |
varkensvet |
smout:
sjmaut (Q111p Klimmen)
|
smout [SGV (1914)]
III-2-3
|
33396 |
varkenswei |
varkenswei:
vɛrǝkǝs˱węi̯ (Q111p Klimmen)
|
De met een houten schutting of prikkeldraad omheinde ruimte in de open lucht waar de varkens lopen. Vaak wordt de boomgaard als varkenswei gebruikt. [N 5A, 61a; N 76, 41a; A 10, 9e]
I-6
|
34366 |
vast varkensvoer |
beestengoed:
bīǝstǝgōt (Q111p Klimmen),
varkensvoer:
vɛrkǝsvōr (Q111p Klimmen)
|
[N 76, 39; monogr.]
I-12
|
18427 |
vaste boord |
bandje:
bendje (Q111p Klimmen),
boordje:
baőrdje (Q111p Klimmen),
kraag:
kraag (Q111p Klimmen)
|
kraag, vaste halsboord van een overhemd [N 23 (1964)]
III-1-3
|
23579 |
vaste misgezangen |
vaste gezangen:
de vaste gezange (Q111p Klimmen),
vaste misgezangen:
vaste mèsgezange (Q111p Klimmen)
|
De vaste misgezangen [Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Agnus Dei]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
33363 |
vaste voer- en drinkbak |
krib:
krøp (Q111p Klimmen)
|
De opgemetselde bak of goot, soms in vakken verdeeld, die vóór de koeien langs loopt, waaruit de koeien eten en drinken. De hoogte van de bak verschilt van plaats tot plaats. Het water wordt het laatst in de bak gedaan. De bak is dan meteen schoon. Zie ook het vorige lemma "voer- en drinkgoot" (2.2.14). Zie ook afbeelding 10 bij het lemma "koeienstand" (2.2.23). [N 5A, 37b; N 4, 76; N 5, 96; L 1, a-m; L A1, 174; S 19; Wi 4; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10]
I-6
|
23938 |
vasten |
vasten:
vaste (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen)
|
Het zich geheel of gedeeltelijk onthouden van eten; in het bijzonder: slechts eenmaal per dag een volle maaltijd gebruiken, vasten [vaste, va.ste]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
22648 |
vastenavond |
vastelavond:
vasteladvent (Q111p Klimmen),
vastenavond:
Vastenoavend (Q111p Klimmen),
vastənoͅ.vənt (Q111p Klimmen)
|
De zondag vóór Aswoensdag, vastenavond [vasteloaëved]. [N 96C (1989)] || vastenavond [RND] || Vastenavond [SGV (1914)]
III-3-2
|
23332 |
vastendag |
vastendag:
`ne vastedaag (Q111p Klimmen),
Vastedaag (Q111p Klimmen),
vastedaag (Q111p Klimmen),
???
vastedaag is `vazele daag (Q111p Klimmen)
|
Een vastendag [vassendag, vasseldag]. [N 96D (1989)] || vastendag [SGV (1914)]
III-3-3
|