21389 |
vergoeden |
vergoeden:
vergŭjje (Q111p Klimmen)
|
vergoeden [SGV (1914)]
III-3-1
|
30740 |
vergulden |
beslaan:
bǝšlǭn (Q111p Klimmen),
overgulden:
yǝvǝrgø̜lǝ (Q111p Klimmen),
vergulden:
vǝrgølǝ (Q111p Klimmen),
vǝrgø̜lǝ (Q111p Klimmen)
|
Het bedekken van een oppervlak met een goudlaagje uit bladgoud of goudpoeder. [N 67, 81a]
II-9
|
30742 |
vergulden achter glas |
vergulden:
vǝrgø̜lǝ (Q111p Klimmen)
|
Met behulp van een goudlaagje aan de achterzijde van een glasruit een versiering aanbrengen. Daartoe wordt eerst met behulp van pauswerk de afbeelding op de niet te vergulden buitenzijde van de ruit opgebracht. Vervolgens wordt de omtrek van het doorgestuifde aan de binnenkant met een fijn biesje zwarte verf nagetrokken. Als kleefstof voor het bladgoud wordt blanke gelatine of vislijm gebruikt. Nadat het verguldsel is bevestigd, wordt er als bescherming tegen beschadigingen een verflaag over aangebracht. [N 67, 81c]
II-9
|
30710 |
vergulden, verzilveren |
overgulden:
yǝvǝrgø̜lǝ (Q111p Klimmen),
vergulden:
vǝrgø̜lǝ (Q111p Klimmen),
verzilveren:
vǝrzelvǝrǝ (Q111p Klimmen)
|
Schilderen met goud- of zilverbrons. [N 67, 66g; monogr.]
II-9
|
30675 |
verguldkussen |
goudkussen:
gǫwtkø̜sǝ (Q111p Klimmen),
verguldselkussen:
vǝrgø̜lsǝlkø̜sǝ (Q111p Klimmen)
|
Kussen dat men bij het vergulden gebruikt. Het bestaat doorgaans uit een rechthoekig plankje dat met kalfsleer is overtrokken en is opgevuld met paardehaar. Aan de achterzijde is een perkamenten kap aangebracht, die in opgevouwen toestand het kussen tegen vuilworden beschermt, en die, opgezet, verhindert, dat de blaadjes bladgoud, die op het kussen worden gesneden, wegwaaien. [N 67, 55b]
II-9
|
21412 |
verhaal |
verhaal:
verhaol (Q111p Klimmen)
|
verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
21152 |
verharde weg |
weg:
wāēg (Q111p Klimmen)
|
een verharde weg (klinkerd, kunstweg, kalsij, kalseide) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20533 |
verhitten |
opwarmen:
opwerme (Q111p Klimmen),
warmen:
werme (Q111p Klimmen),
wérrəmmə (Q111p Klimmen)
|
verhitten; Hoe noemt U: Voedsel warm maken (loteren) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21660 |
verhogen |
op zijn:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
de baGGe zind op (Q111p Klimmen),
opslaan:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
opgesjlage (Q111p Klimmen),
opsjlao (Q111p Klimmen)
|
verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21726 |
verhoren |
ondervragen:
ongervraoge (Q111p Klimmen),
verhoren:
verhuere (Q111p Klimmen),
verhuëre (Q111p Klimmen)
|
iemand ondervragen in een zaak voor de rechter [verhoren, overhoren, onderhoren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|