21394 |
vlag |
vaan:
vaan (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen),
veer:
de vaer (Q111p Klimmen)
|
Hoe heten de onderdelen van de slagpen? (de cijfers tussen haakjes verwijzen naar tekening 3): vlag (2) [N 93 (1983)] || vlag [SGV (1914)] || vlag: Loopt Klaas voorop met de -? [DC 39 (1965)]
III-3-1, III-3-2
|
27611 |
vlaggedienst |
vlaggeschicht:
vlagǝšix (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I)]
[Maurits])
|
Bovengrondse dienst in de werkplaats. Volgens de informant van Q 15 verliep die van kwart voor 8 ''s morgens tot 5 uur in de middag. De informant van Q 21 maakt melding van een werkperiode van 8 uur ''s morgens tot 4 uur in de middag. [N 95, 116; N 95, 47; N 95, 123 add.]
II-5
|
30487 |
vlaggen |
grozen:
grǫwzǝ (Q111p Klimmen)
|
Plaggen of zoden die als nokbedekking worden gebruikt. Tegenwoordig wordt de nok vooral afgedekt met behulp van vorstpannen. Zie ook het lemma 'Vorstpan' in wld II.8, pag. 86. [N F, 9; N 4A, 34b]
II-9
|
27994 |
vlak stuk in een pijler |
vlak stuk:
vlak štø̜k (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Domaniale])
|
[N 95, 287; monogr.]
II-5
|
25003 |
vlak, gelijk |
vlak:
vlaak (Q111p Klimmen)
|
vlak [SGV (1914)]
III-4-4
|
31276 |
vlakhamer |
vlakhamer:
vlakhāmǝr (Q111p Klimmen)
|
Hamer met een losse of vaste steel en een vlakke kop, waarop met een andere hamer geslagen wordt om een werkstuk vlak te maken. Zie ook afb. 37c. [N 33, 78-79; N 33, 82; N 33, 55]
II-11
|
27990 |
vlakke pijler |
dwarspijler:
dwarspijler (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Eisden]),
vlakke pijler:
vlakke pijler (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Wilhelmina])
|
Pijler met een hellingspercentage tussen 0 en 20 graden. [N 95, 284; monogr.; N 95, 287]
II-5
|
31547 |
vlakplaat |
vlakplaat:
vlakplāt (Q111p Klimmen)
|
Vlakke, gietijzeren plaat die wordt gebruikt om de vlakheid van een werkstuk te controleren. Het werkstuk wordt daartoe over de met olie en een kleurstof ingesmeerde vlakplaat bewogen. De hoge plekken van het werkstuk worden zo met kleurstof gemerkt en kunnen vervolgens met het schraapstaal worden verwijderd. Zie ook afb. 206. [N 33, 344; N 64, 30b; N 66, 11b]
II-11
|
24914 |
vlaktex |
vlak land:
vlaak land (Q111p Klimmen)
|
vlakte, vlakke of effen strook land [blakte] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
19413 |
vlam |
vlam:
vlam (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen)
|
Vuurtong, vlam (vlam, laai) [N 79 (1979)]
III-2-1
|