e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Klimmen

Overzicht

Gevonden: 7824
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zool zool: zǭl (Klimmen) Het gedeelte van de onderkant van de hoef rondom de straal (3.6.3). [N 8, 33] I-9
zool van een schoen schoenslap: sjoonslap (Klimmen), zool: zaol (Klimmen) zool van een schoen [N 24 (1964)] III-1-3
zoolbeslag stuk: štø̜k (Klimmen) Stuk leer, rubber of hout dat onder de zool van de klomp wordt aangebracht. [N 24, 71; monogr.] II-12
zoom zoom: zǫwm (Klimmen) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoom in de huif schuif: šȳf (Klimmen) Open zoom in de huif, waardoor een koord loopt waarmee men de huif kan vastsjorren. [N 17, 75] I-13
zoon zoon: zoin (Klimmen) zoon [SGV (1914)] III-2-2
zout zout: zawt (Klimmen) zout [DC 03 (1934)] III-2-3
zuchten kuimen: kume (Klimmen), zuchten: zöchte (Klimmen) zuchten [snokke] [N 10 (1961)] III-1-4
zuigen lemmelen: lèmmele (Klimmen), noeken: nōēke (Klimmen), zuigen: soeGke (Klimmen), zuiken: zoeke (Klimmen), zōēke (Klimmen, ... ) limonade door een rietje zuigen [DC 35 (1963)] || zuigen [DC 38 (1964)] || zuigen [suuke, snekke] [N 10 (1961)] III-2-3
zuigfles fles: flesj (Klimmen), kinderfles: de kingerflesj (Klimmen) zuigfles; een fles met speen om zuigelingen met melk te voeden [teuter, lots, tutter, teuterfles] [N 86 (1981)] III-2-2