19089 |
iemand uitschelden |
uitschijten:
iemand utschijten (K359p Koersel)
|
Op iem. schelden, iem. uitschelden. Geef de gemeenzame uitdrukkingen op en zet tussen twee haakjes welke als "gemeen"of "plat"beschouwd worden. [ZND 34 (1940)]
III-1-4
|
20444 |
iemands overlijden aanzeggen |
bidden:
bidden (K359p Koersel),
znd 32, 71;
be-in (K359p Koersel)
|
de buren en kennissen op iemands begrafenis uitnodigen [ZND 32 (1939)] || het overlijden melden en op den dienst verzoeken door gebuur
III-2-2
|
17942 |
ijsberen |
zenuwachtig lopen:
zenəweͅxtəx lupn (K359p Koersel),
zenəweͅxtəx lupən (K359p Koersel)
|
lopen: zenuwachtig heen en weer lopen [drentele] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
32907 |
ijzeren gaffel, oogstgaffel |
gaffel:
gafǝl (K359p Koersel),
korengaffel:
kōrǝgafǝl (K359p Koersel)
|
Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.]
I-3
|
33634 |
ijzeren haak aan de puthaak |
puthaak:
pøthōͅk (K359p Koersel)
|
[ZND 32 (1939)]
I-7
|
33613 |
in de moestuin werken |
hoven:
hōvə (K359p Koersel)
|
[N P (1966)]
I-7
|
20684 |
in de schil gekookte aardappelen |
varkenspatatten:
Syst. Frings
vɛrəkəspətatn (K359p Koersel)
|
In de schil gekookte aardappelen (zwelmennekes?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
22786 |
in een beek baden |
baden:
in n beek baoje (K359p Koersel),
in n beek bōjjen (K359p Koersel)
|
In een beek baden. [ZND 33 (1940)]
III-3-2
|
21985 |
in goede conditie (zijn) |
goed zitten:
ze zit goed (K359p Koersel)
|
Hoe zegt men van een duif: ze is in goede conditie? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
25447 |
ingezouten |
gezouten:
gǝzātǝn (K359p Koersel)
|
Dit lemma sluit volledig aan bij het lemma ''het vlees conserveren''. In de Leuvense vragenlijsten 1a-m en 27 werd naar het begrip "ingezouten" gevraagd. Deze twee vragen worden hier als apart lemma gehonoreerd. [L 1a-m; L 27, 40; Veldeke 22, 67]
II-1
|