e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koersel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verf verf: vęrǝf (Koersel) Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.] II-9
verflaag laag verf: luax ˲vɛrǝf (Koersel) Zie kaart. Uitgestreken hoeveelheid verf. [N 67, 77a; L 29, 28b; monogr.] II-9
verfrommelen verfrommelen: verfrommele (Koersel) (papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)] III-1-2
vergeet-mij-nietje lievevrouwebloemetje: lievevroublumkes (Koersel), vergeet-me-nietje: vergeet-me-nietje (Koersel) vergeet-mij-nietje [ZND 40 (1942)] III-4-3
vergiet zij: zɛɛi (Koersel) vergiet, doorslag [ZND 45 (1946)] III-2-1
verkleumd bevroren: bəvrorə vanə kā (Koersel, ... ) verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)] III-1-2
verkouden (het heeft de) streng: (mv)  strɛŋǝ (Koersel), verkoud: ich zèn verkaat (Koersel) Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.] || ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] I-9, III-1-2
verkoudheid kou: gè zult ne kaa pakke (Koersel) ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] III-1-2
versieren (met bloemen) sieren: sieren (Koersel) Met bloemen versieren (bijv. iemands huis of stoel) bij een feest [pelen, braaien, meien, paleren]. [N 88 (1982)] III-3-2
versleten versleten: versleten (Koersel) verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)] III-1-3