32918 |
verspreid gras |
brei:
brē̜ (K359p Koersel)
|
Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98]
I-3
|
17625 |
verstandskies |
verstandstand:
vərstanstant (K359p Koersel, ...
K359p Koersel)
|
verstandskies (wijsheidstand) [N 10b (1961)]
III-1-1
|
22349 |
verstoppertje spelen |
versteken spelen:
versteken spelen (K359p Koersel),
verstekertje spelen:
verstekerke spelen (K359p Koersel)
|
Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)]
III-3-2
|
32577 |
verteerde mest |
kort mest:
kǫrt [mest] (K359p Koersel),
verbrand mest:
vǝrbra.nt [mest] (K359p Koersel)
|
De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.]
I-1
|
34290 |
vertuieren |
hertuieren:
hɛrtø̜i̯ǝrǝn (K359p Koersel),
tuieren:
tø̜i̯ǝrǝ (K359p Koersel),
verbeuren:
vǝrbø̄rǝn (K359p Koersel)
|
Het verplaatsen van het vee, telkens wanneer een stuk wei is afgegraasd. [L 40, 21b; monogr.]
I-11
|
30014 |
verzopen mortel |
plat:
plat (K359p Koersel)
|
Mortel waar teveel water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.]
II-9
|
18277 |
vest |
giletje (<fr.):
žilēkə (K359p Koersel),
wambuisje:
weͅməskə (K359p Koersel)
|
vest (fr. gilet) [ZND 16 (1934)]
III-1-3
|
33756 |
veulen |
veulen:
vø̄.lǝ (K359p Koersel)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
22832 |
vieren |
vieren:
gəvi:rt (K359p Koersel)
|
gevierd [RND]
III-3-2
|
20574 |
vieruursboterham |
koffie, de -:
koffie (K359p Koersel),
koffiedrinken, het -:
koffie drinken (K359p Koersel)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 16 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 16 uur namiddag [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|