e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koersel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wonde wonde: wonde (Koersel) een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)] III-1-2
wonen wonen: wunə (Koersel) wonen [ZND A1 (1940sq)] III-2-1
woord woord: wo.rt (Koersel) woord [RND] III-3-1
worst saucijs: sosis (Koersel), worst: woͅrst (Koersel) worst [ZND 21 (1936)], [ZND A1 (1940sq)] III-2-3
worstelen worstelen: worstelen (Koersel) De tak van krachtsport waarbij het doel is de tegenstander door bepaalde grepen en bewegingen op de grond te werpen [zo dat zijn schouders de grond raken] [worstelen, borstelen]. [N 88 (1982)] III-3-2
worstenbroodje worstenbrood: Syst. Frings  woͅrstəbrūt (Koersel) Worstebroodje (sezijzebreudje?) [N 16 (1962)] III-2-3
wortel wortel: wő̜tjǝl (Koersel) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
wortelenvlaai potenvlaai: Syst. Frings  putəvlōͅi̯ (Koersel) Vla met vulling van wortelen [N 16 (1962)] III-2-3
worteltje hofpootjes: hō.fputəkəs (Koersel), mollenstaarten: moͅləsteͅtə (Koersel) Fijne variëteit tuinwortelen [Goossens 1b (1960)] I-7
wreef wreef: vrēf (Koersel, ... ), vrijf (Koersel) de wreef (het gedeelte waar het voorste van het been in de voet overgaat) [ZND 29 (1938)] || voet: voorste deel van de voet [vurvoet] [N 10 (1961)] III-1-1