e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koersel

Overzicht

Gevonden: 2642
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dennennaalden spelden: spellen (Koersel) dennenaald [ZND 01 (1922)] III-4-3
derdeling derling: dęrleŋ (Koersel) Derde zwerm of tweede nazwerm. Na de eerste nazwerm of de tweede zwerm kan enkele dagen later een tweede nazwerm volgen. [N 63, 29c; N 63, 37e; JG 1a+1b; JG 2b-5, 7; L 1a-m; A 9, 6; monogr.] II-6
deugniet deugeniet: deugeniet (Koersel), ook materiaal znd 23,4  deugenijt (Koersel), deugəniet (Koersel), deugniet van een kind: deugniet van een kind (Koersel), kapoen: kapoen (Koersel), kwaad jong: kaot jonk (Koersel), kwajong: kojòng (Koersel), ondeugend jong: ondeugend jonk (Koersel), ondeugend kind: ondeugend kind (Koersel), reddelstaart: reddelstert (Koersel), snotneus: snotneus (Koersel), stoute jong: stoate jong (Koersel), stouterik: stoaterik (Koersel), strop: strop (Koersel) deugniet [ZND 01 (1922)] || een ondeugend kind [ZND 40 (1942)] || kent ge ook een woord of uitdrukking met dezelfde betekenis zonder het woord kind, b.v. een ondeugd, of iets dergelijks ? [ZND 40 (1942)] III-1-4
deuk in een hoed nuts: ’n nuts (Koersel, ... ) een deuk [ZND 33 (1940)] III-1-3
deur deur: dø̄ ̞r (Koersel) [rnd 109; S 6; L 1 a-m; L 12, 5; L A2, 265; monogr.; Vld.; div.] II-9
deurwaarder huissier (fr.): høussier (Koersel), ressier (Koersel) deurwaarder [ZND 33 (1940)] III-3-1
diabolo diabolo: diabolo (Koersel, ... ) Het speelgoed, bestaande uit een dubbele blikken kegel die men al draaiende op een koordje in evenwicht houdt, in de hoogte werpt en weer opvangt met dit koord of elkaar toewerpt en weer op een koordje opvangt [diabolo, diavolo]. [N 88 (1982)] III-3-2
dief dief: dejef (Koersel), schelm: schelm (Koersel) dief [ZND 23 (1937)] III-3-1
diep diep: dīp (Koersel) In dit lemma worden de plaatselijke varianten gegeven van het woord diep, voorzover dat - evenals de termen voor het tegengestelde begrip (zie het lemma ondiep) - gebruikt wordt of kan worden in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Voor het begrip "diep ploegen (vóór het zaaien)" kent men in bepaalde streken een speciale term waarin het woord diep niet voorkomt. Daarvoor zie men het volgende lemma [JG 1a + 1b; N 11, 39 + 42b + 46; N 11A, 107a + 108a; L 23, 8a; A 20, 1b; A 27, 24b; monogr.] I-1
diepzinnig diepzinnig: hè es diepzinnig (Koersel) Hij is diepzinnig. [ZND 33 (1940)] III-1-4