e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koersel

Overzicht

Gevonden: 2642
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donderwolk donderkop: doenderkop (Koersel), donderwolk: doenderwolk (Koersel), donnerwolk (Koersel) donderwolk [ZND 33 (1940)] III-4-4
donderx donder: donder (Koersel, ... ), donner (Koersel, ... ) donder [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
donker, duisterx donker: doenker (Koersel, ... ), donker (Koersel) (`t is hier) donker [ZND 23 (1937)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
dons, nestveren dons: dōns (Koersel) dons [ZND 35 (1941)] III-4-1
dood (adj.) dood: znd 23, 022a;  dôet (Koersel) dood; hij is - [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (bn.) dood: dŏĕt (Koersel), dūt (Koersel), dôêt (Koersel) dood (bn) [ZND A2 (1940sq)] || dood; de jongen die gisteren van het dak is gevallen, is nu - [ZND 46 (1946)] || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dood (zelfst.nw.) dood: 1a-m; 23, 21  dôet (Koersel) dood (subst.; na den dood) [ZND 01 (1922)] III-2-2
doodkist doodskist: znd 33, 38;  doedskist (Koersel), doeëdskist (Koersel) een doodkist [ZND 33 (1940)] III-2-2
doodskist doodskist: znd 33, 38;  doedskist (Koersel), doeëdskist (Koersel) Doodkist. [ZND 33 (1940)] III-3-3
doof doof: hè es zoe doeëf as e verken (Koersel) hij is zo doof als... (vertaal en vul aan) [ZND 23 (1937)] III-1-1