e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koersel

Overzicht

Gevonden: 2642
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duif uit het laatste nest van het jaar nestpinner: nestpenner (Koersel) Hoe heet een duif uit het laatste nest van het jaar? [N 93 (1983)] III-3-2
duif uit het tweede nest van het jaar zomerjongen: zomerjonge (Koersel) Hoe heet een duif uit het tweede nest van het jaar? [N 93 (1983)] III-3-2
duif zeer donker met weinig kleurschakeringen zwarte, een -: ne zwarte (Koersel) Hoe noemt men een duif zeer donker met weinig kleurschakeringen (zwart)? [N 93 (1983)] III-3-2
duiken duikelen: ui zoals in franse un  int wōtter duikelen (Koersel), duiken: in t waoter dauke (Koersel) In het water duiken. [ZND 33 (1940)] III-3-2
duim duim: doum (Koersel), doͅum (Koersel), doͅy(3)m (Koersel), doͅym (Koersel) duim [N 10 (1961)] || een duim [ZND A2 (1940sq)] || een duim, (duimen) [ZND A2 (1940sq)] III-1-1
duivel duivel: dyvəl (Koersel) Een duivel. [ZND A2 (1940sq)] III-3-3
duiven inkorven inkorven: inkorven (Koersel) Hoe heet het in de reismand stoppen van de duif in het duivelokaal? [N 93 (1983)] III-3-2
duiven inzetten prijsduiven: prijsduiven (Koersel) Hoe heet het inzetten van duiven in wedstrijden? [N 93 (1983)] III-3-2
duivenhok duivenkot: duivenkot (Koersel), dòu:vəkō:t (Koersel), dǫu̯vǝkōt (Koersel) Duivenhok. [Goossens 1b (1960)] || Hoe heet de woonplaats van de duif? [N 93 (1983)] || Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker] I-6, III-3-2
duivenklok constateur (fr.): constateur (Koersel) de klok van de speler? [N 93 (1983)] III-3-2