e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koersel

Overzicht

Gevonden: 2642
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
engel engel: nen engel twieë engele (Koersel) Een engel, twee engelen. [ZND 34 (1940)] III-3-3
engerling, larve van de meikever spekmade: spekmaai (Koersel) engerling, meikeverlarve [ZND 34 (1940)] III-4-2
enten griffelen: grefələ (Koersel), griffele (Koersel) [RND 08] [ZND 34 (1940)] I-7
entre-deux entre-deux: entre-deux (Koersel) Kanten tussenzetsel in een gordijn, een schort, een kleed enz. [N 62, 81b; N 62, 81a; L 35, 5] II-7
envelop envelop (<fr.): anvelop (Koersel), avelop (Koersel), envelop (Koersel) een omslag (van een brief) [ZND 39 (1942)] III-3-1
epidemie ziekte die voortgaat: die zikte giet voort (Koersel) die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] III-1-2
ereboog triomfboog: triomfboog (Koersel, ... ) Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] III-3-2
erwt, algemeen erwt: ɛt (Koersel) Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5
esdoorn essenboom: of ahorn, acer pseudoplatanus; fr. érable  esseboëm (Koersel) es, esdoorn [ZND 34 (1940)] III-4-3
eten (ww.) eten: eͅitə (Koersel), êjten (Koersel), êêtə (Koersel) eten [RND], [ZND 25 (1937)], [ZND m] III-2-3