25566 |
te nat |
knets:
knɛtš (L432a Koningsbosch),
te slap gemengd:
te slap gemengd (L432a Koningsbosch)
|
Gezegd van deeg. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor. [N 29, 29b; monogr.] || Het lemma valt uiteen in verschillende grammaticale categorieën. De eerste categorie benamingen is bijvoeglijk van aard. De tweede groep bestaat uit opgaven die een zelfstandigheid aanduiden en de derde groep bestaat uit werkwoorden. [N 29, 67; monogr.]
II-1
|
17715 |
teelballen |
kloten:
Schertsend; Gemeen.
kloëtte (L432a Koningsbosch),
zakballen:
zakballe (L432a Koningsbosch)
|
[N 10c (1995)]
III-1-1
|
17680 |
teen |
teen:
tíən (L432a Koningsbosch)
|
teen (toon) [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
24004 |
ten doop houden |
het kind vasthouden:
kendj vashouwe bie `t deupe (L432a Koningsbosch)
|
Het ten doop houden, het vasthouden van het kind tijdens de doop. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24055 |
ten volle bediend zijn |
bediend zijn:
bedeend sîn (L432a Koningsbosch)
|
Ten volle bediend zijn, d.w.z. gebiecht, de H. Communie en het H. Oliesel ontvangen hebben. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20477 |
ter begrafenis gaan |
naar de begrafenis gaan:
näö de begrafenis gôân (L432a Koningsbosch)
|
ter begrafenis gaan [N 96D (1989)]
III-2-2
|
24069 |
teraardebestelling |
begraven:
begrave (L432a Koningsbosch)
|
De teraardebestelling. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23726 |
tientje van de rozenkrans |
tientje:
tientje (L432a Koningsbosch)
|
Een tientje van de Rozenkrans [n jezets?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23693 |
tijdelijke aflaat |
tijdelijke aflaat:
tijdelijke aflaat (L432a Koningsbosch)
|
Een tijdelijke aflaat. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
31740 |
timmeren |
timmeren:
tømǝrǝ (L432a Koningsbosch)
|
De algemene benaming voor alle werkzaamheden die verband houden met het timmermansvak. [N 55, 169; A 35, 21; L monogr.; monogr.]
II-12
|