17608 |
neus |
neus:
nāās (L432a Koningsbosch)
|
neus [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
20482 |
nicht |
nicht:
nicht (L432a Koningsbosch)
|
nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20401 |
noemen |
noemen:
eu uit leuk
nēūmə (L432a Koningsbosch)
|
noemen, een naam geven [DC 03 (1934)]
III-2-2
|
25560 |
nog niet uitgerezen deeg |
nog niet goed los:
nog niet goed los (L432a Koningsbosch)
|
[N 29, 26a; monogr.]
II-1
|
24007 |
nooddoop |
nooddoop:
noetdeup (L432a Koningsbosch)
|
Een nooddoop, gadoop, geedoop [jieëdoof]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23670 |
noveen |
noveen (<lat.):
noveen (L432a Koningsbosch)
|
Een negendaagse godsvruchtoefening, novene, noveen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23936 |
octaaf |
octaaf (<fr.):
octaaf (L432a Koningsbosch)
|
Een octaaf, periode van 8 dagen ter viering van een groot kerkelijk feest. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24947 |
oever |
kant:
ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken.
kantj (L432a Koningsbosch),
oever:
ōvər (L432a Koningsbosch),
zij:
zīj (L432a Koningsbosch)
|
oever [DC 02 (1932)]
III-4-4
|
23636 |
offerande |
offerande (<fr.):
offerande (L432a Koningsbosch)
|
De offerande, het offertorium [offeróng?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23408 |
offerblok |
offerstok:
offersjtok (L432a Koningsbosch)
|
Het metalen (vroeger houten) kastje, aangebracht bij de kerkuitgan(en) en/of bij een heiligenbeeld, waarin men geld kan deponeren [godsblik, offerstok, offerblok, offerbus, offerkist?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|