20382 |
ongehuwd samenleven |
hokken:
hokken (L432a Koningsbosch)
|
een concubinaat, een buitenechtelijke samenleving van man en vrouw, gedurende enige tijd [N 96D (1989)]
III-2-2
|
23246 |
ongelovige |
ongelovige:
òngeleuvige (L432a Koningsbosch)
|
Een ongelovige, de ongelovigen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
25565 |
ongeschikt |
niet gaan:
gēt nēt (L432a Koningsbosch)
|
Gezegd van deeg dat niet wil rijzen. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor bij de woordtypen. [N 29, 29a; L 33, 25; monogr.]
II-1
|
23486 |
ongewijde aarde |
ongewijde aarde:
ongewiede eerd (L432a Koningsbosch)
|
Het deel van het kerkhof dat vroeger diende als begraafplaats a) voor ongedoopt gestorven kinderen, b) evt. voor iemand die zelfmoord had gepleegd, c) evt. voor een gevonden maar niet geïdentificeerd lijk [ongewiejde èèrd, ...buiten de heg", verloren kerk [N 96A (1989)]
III-3-3
|
20452 |
onkuis |
onrein:
onreen (L432a Koningsbosch)
|
onkuis, onzuiver, ontuchtig [N 96D (1989)]
III-2-2
|
23974 |
onkuisaard |
smeerlap:
smierlap (L432a Koningsbosch)
|
Onkuisaard, viezerik op sexueel gebied [smeerlap, vieze beest, vieze fannie]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23973 |
onkuisheid |
beesterij:
bieesterie (L432a Koningsbosch)
|
Onkuisheid, onzuiverheid, ontuchtigheid [beesterij, zwijnerij]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20581 |
ontbijt |
morgenskoffie, de -:
mŭrgəskŏffīē (L432a Koningsbosch)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 7 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
20814 |
ontbijtkoek, peperkoek |
peperkoek:
peperkoak (L432a Koningsbosch)
|
peperkoek [N 29 (1967)]
III-2-3
|
23941 |
onthoudingsdag |
onthoudingsdag:
onthoudingsdaag (L432a Koningsbosch)
|
Een onthoudingsdag: dag waarop men geen vlees, spek en jus uit vlees mag gebruiken. [N 96D (1989)]
III-3-3
|