e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koningsbosch

Overzicht

Gevonden: 1225
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
priesterwijding priesterwijding: preesterwieing (Koningsbosch) De Priesterwijding. [N 96D (1989)] III-3-3
proberen proberen: probere (Koningsbosch) proberen: Als hij kans ziet zal hij - je te bedriegen [DC 35 (1963)] III-1-4
profeet profeet: profieët (Koningsbosch) Een profeet [profieët]. [N 96D (1989)] III-3-3
puber jong: jonk (Koningsbosch) iemand van jeugdige leeftijd (jongere) [N 102 (1998)] III-2-2
raar, vreemd aardig: aardig (Koningsbosch) raar [DC 02 (1932)] III-1-4
radmaker wagenmaker: štɛlmē̜kǝr (Koningsbosch) Vakman die gespecialiseerd is in het maken van houten wielen voor karren en wagens. Reparaties aan de houten wielen konden niet alleen door de wagenmaker, maar ook door de timmerman/schrijnwerker worden uitgevoerd. Zegslieden uit de volgende plaatsen gaven dit antwoord: Paal (K 357), Neerpelt (L 312), Overpelt (L 314), Kaulille (L 316), Neeroeteren (L 368), Maaseik (L 372), Opoeteren (L 415), Meldert (P 45), Duras (P 115), Ulbeek (P 121), Hoepertingen (P 188), Waasmont (P 211), Veldwezelt (Q 91), ɛs-Herenelderen (Q 168). De metalen onderdelen voor de kar- en wagenwielen, zoals de wielbanden en de asbus werden vaak door de lokale smid geleverd. Hij voerde daar ook reparaties aan uit. Dit laatste was volgens informatie van de zegslieden het geval in Heppen (K 316), Beringen (K 358), Neerpelt (L 312), Bocholt (L 317), Gruitrode (L 366), Neerglabbeek (L 367), Ulbeek (P 121), Sint-Truiden (P 176), Hasselt (Q 2), Genk (Q 3) en Neerharen (Q 96c). Zie verder ook de paragraaf over de vaktaal van de karsmid in wld II.11, pag. 128-139.' [N G, 1b; N G, 2; L 34, 18; monogr.] II-12
rammelaar rammel: rémməl (Koningsbosch) konijn, mannetje [DC 04 (1936)] III-2-1
rector rector (lat.): rector (Koningsbosch) Een rector, de geestelijk leider van een klooster of gesticht. [N 96D (1989)] III-3-3
relikwie relikwien: relikwieen (Koningsbosch) De vereerde overblijfselen van heiligen of zaken die met Christus, Maria of een heilige in aanraking zijn geweest, relieken, relikwieën. [N 96A (1989)] III-3-3
relikwiekastje relikwienschrijn: relikwieesjrien (Koningsbosch) Het kastje waarin relikwieën bewaard worden, reliekschrijn. [N 96A (1989)] III-3-3