24255 |
tochtig |
redig:
rī.x (Q167p Koninksem, ...
Q167p Koninksem),
willig:
wilǝx (Q167p Koninksem)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de geit. [N 19, 70b; N 77, 95; JG 1b; N C, 4c; S 52, L 378 add.; monogr.] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 70a; N C, 4b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-11, I-12
|
33594 |
tomaat |
tomaat:
təmātə (Q167p Koninksem)
|
tomaten (pl) [Goossens 1b (1960)]
I-7
|
22025 |
tortelduif |
tortelduif:
tottəldauf (Q167p Koninksem, ...
Q167p Koninksem)
|
tortelduif [ZND 08 (1925)] || Tortelduif. [ZND 08 (1925)]
III-3-2, III-4-1
|
19852 |
tralie |
tralie:
trōͅl (Q167p Koninksem)
|
een ijzeren tralie [ZND 08 (1925)]
III-2-1
|
19378 |
trap |
trap:
trap (Q167p Koninksem, ...
Q167p Koninksem)
|
trap [ZND 06 (1924)], [ZND 12 (1926)]
III-2-1
|
19850 |
trechter |
trechter:
trāxtər (Q167p Koninksem)
|
trechter [ZND 08 (1925)]
III-2-1
|
32619 |
trechter op de gierton |
trechter:
trā.xtǝr (Q167p Koninksem)
|
In het spongat van de oude houten gierton werd een trechter geplaatst. Langs deze trechter goot men de gier met een emmer de ton in. Bij het vervoer van de gier werd de trechter vaak afgedekt met een oude jutezak. [N 18, 123; N 11A, 53c; JG 1a + 1b; monogr.]
I-1
|
19292 |
treiteren |
faradien:
iemand faresjiën (Q167p Koninksem),
plagen:
iemand ploe.ggen (Q167p Koninksem),
ploega (Q167p Koninksem)
|
Iemand kwellen, plagen (geef gelijkbetekenende woorden op). [ZND 29 (1938)]
III-1-4
|
33955 |
trekhaken, -ogen |
oren:
ōrǝ (Q167p Koninksem)
|
IJzeren haken of ogen die aan de voorkant van het haam aan de haamijzers of treiten bevestigd zijn, op elke haamspaan een. Aan die haken of ogen worden de strengen bevestigd waarmee het paard trekt. Er zijn hamen met ogen, dan hebben de strengen aan het uiteinde haken, heeft het haam daarentegen haken, dan zijn de strengen aan het uiteinde van ogen voorzien. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 6a en 6b; N 36, 12]
I-10
|
22743 |
trekharmonica |
harmonica:
hermonica (Q167p Koninksem)
|
Hoe heet het populaire muziekinstrument, dat uit een vierkante blaasbalg bestaat, die met beide handen wordt ineengedrukt of uitgetrokken, terwijl de vingers toesten neerdrukken? [ZND 26 (1937)]
III-3-2
|