22349 |
verstoppertje spelen |
lonken:
lonkka (Q167p Koninksem),
piepebergen:
piepebarege (Q167p Koninksem)
|
Schuilevinkje spelen (verbergspel). [ZND 06 (1924)]
III-3-2
|
18140 |
verstuiken |
verstuiken:
veͅrstok (Q167p Koninksem)
|
ik heb mijn voet verstuikt [ZND 08 (1925)]
III-1-2
|
20304 |
verwend kindje |
bedorven kindje:
bədəyrva kéntša (Q167p Koninksem)
|
bedorven kindje; het is een - - [ZND 05 (1924)]
III-2-2
|
18277 |
vest |
kamizool (<fr.):
camisol (Q167p Koninksem),
kámizol (Q167p Koninksem)
|
vest (fr. gilet) [ZND 16 (1934)] || wit vest (manskledingstuk waarin het horloge gedragen wordt) [ZND 08 (1925)]
III-1-3
|
30928 |
veter |
staartel:
statǝl (Q167p Koninksem)
|
Koord of smal gevlochten band door de ogen van de schoenen geregen, om de kleppen naar elkaar toe te halen en te bevestigen. Het kan van leer of van een andere stof gemaakt zijn. Volgens de informant van P 219 is de staartel breder dan de nestel. [N 60, 27a; N 60, 27b; L 5, 14; Wi]
II-10
|
33756 |
veulen |
veulen:
vyø̜.lǝ (Q167p Koninksem)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
34535 |
vierdeel eieren |
vierdeel:
vudęl (Q167p Koninksem)
|
Een vierdeel eieren is volgens het WNT vooral een maat voor granen. Wat een vierdeel eieren inhoudt, is moeilijk na te gaan. De Diksjenaer van ''t Mestreechs zegt dat een viedel eieren een vierendeel van honderd plus één is, dus 26. Heel waarschijnlijk gaat het dus om een vierde deel van honderd.' [L 8, 44; monogr.]
I-12
|
20574 |
vieruursboterham |
achternoen, de -:
āteͅrnun (Q167p Koninksem)
|
de maaltijd die gewoonlijk rond vier uur in de namiddag gebruikt wordt, het vieruurtje [ZND 06 (1924)]
III-2-3
|
21537 |
vijf centiem |
knabje:
knepke (Q167p Koninksem, ...
Q167p Koninksem)
|
Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
21538 |
vijfentwintig centiem |
kwartje:
kwartje (Q167p Koninksem),
kwartsje (Q167p Koninksem)
|
Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|