e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koninksem

Overzicht

Gevonden: 1465
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dwaallicht dwaallicht: dwa͂llich (Koninksem) Dwaallicht (vlammetje boven een moeras, Fr. feu follet). [ZND 05 (1924)] III-3-3
dwarsbalkjes, egscheien [eg]scheien: [eg]šęi̯ǝ (Koninksem) De dunnere verbindingsstukken tussen de hoofdbalkjes van deeg. Deze kunnen ook van tanden zijn voorzien, vooral als het de oude driehoekige eg betreft. Voor de plaatsen waar men voor deze scheien geen aparte term gebruikt, zie men het lemma ''de gezamenlijke balken van de eg''. [JG 1a + 1b; N 11, 69b; N 11A, 155b; monogr.] I-2
dwarsdrijven het terwarse voordoen: t jaaste veur dun (Koninksem) Hij moet altijd dwarsdrijven (anders willen zijn dan anderen). [ZND 23 (1937)] III-1-4
dwarsdrijver judas: woa ene zjudas (Koninksem) Wat een dwarsdrijver! [ZND 23 (1937)] III-1-4
dwaze streek kinderstreek: dat s en kēneͅrstrīk (Koninksem), zotte streken: dat zin zotta strīk (Koninksem) Dat is een kinderstreek, dat zijn zotte streken. [ZND 07 (1924)] III-1-4
echtgenote bazin: boͅazin (Koninksem), vrouw: vrouw (Koninksem), wijf: oneerbiedig, ondeftig  wēͅf (Koninksem) echtgenote [ZND m] III-2-2
eed eed: eit (Koninksem) eed [ZND 23 (1937)] III-3-1
een borrel drinken een drupje drinken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  drəpke drinken (Koninksem), een pakken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  ene pakke (Koninksem) druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)] III-2-3
een ei ei: ęi̯ (Koninksem), ęǝ (Koninksem) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12
een huis huren huren: huren (Koninksem) een huis huren [ZND 27 (1938)] III-2-1