e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koninksem

Overzicht

Gevonden: 1465
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nachtmerrie maar: moͅr (Koninksem) Nachtmerrie; hoe vertaalt gij, fr. jai eu le cauchemar? [ZND 05 (1924)] III-1-2
nageboorte van de koe bed: bɛt (Koninksem) [N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.] I-11
nagewas navrucht: nuǫvrøx (Koninksem) Het tweede gewas dat op een veld wordt geteeld nadat men er eerder al geoogst heeft. Bamis is een verkorting van ''Bavo-mis'', ofwel 1 oktober, feest van Sint Bavo; het heeft dan ook de betekenis van "herfst". Vergelijk het lemma ''zaaien, van nagewas'' (2.3). [JG 1a, 1b; monogr.] I-4
nagras, tweede hooioogst achtermaad: ā.tǝrmoǫt (Koninksem) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3
navel nagelbuik: nāgeͅlbauk (Koninksem) Navel (Fr. nombril). [ZND 05 (1924)] III-1-1
neef neef: nééf (Koninksem) neef [ZND 11 (1925)] III-2-2
negenoog zevenoog: zēveͅnoug (Koninksem, ... ) negenoog (bloedzweer, fr. juroncle) [ZND 05 (1924)], [ZND 05 (1924)] III-1-2
nek nak: nak (Koninksem) Zie afbeelding 2.12. [JG 1a, 1b] I-9
nemen, pakken nemen: neme (Koninksem), nemen (Koninksem) nemen [ZND 25 (1937)] III-1-2
neus neus: noəs (Koninksem), nōs (Koninksem) Neus (mann. of vr.), een fijn neusje. [ZND 05 (1924)] || Zijn neus snuiten. [ZND 07 (1924)] III-1-1