28772 |
linnen, linnengoed |
lijwaad:
lē̜vǝt (Q074p Kortessem)
|
Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.]
II-7
|
22052 |
lintwormen |
lintwormen:
lentwerm (Q074p Kortessem)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: lintwormen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
17617 |
lip |
lip:
lep (Q074p Kortessem, ...
Q074p Kortessem),
lip (Q074p Kortessem, ...
Q074p Kortessem)
|
lip [RND] || Zie afbeelding 2.8 en 2.10. [JG 1a, 1b]
I-9, III-1-1
|
31599 |
lip van een hoefijzer |
lip:
li ̝p (Q074p Kortessem)
|
Het opstaand lipvormig gedeelte aan de voorzijde aan het hoefijzer. De lip voorkomt het naar achter opschuiven van het hoefijzer. Zie ook afb. 222. Ook aan de zijkanten van het hoefijzer kunnen lippen worden aangebracht. Dit gebeurt als het paard brokkelende hoeven heeft of wanneer het hoefijzer de neiging heeft naar binnen te verschuiven. Zie ook het lemma ɛbrokkelhoefɛ in WLD i.9, pag. 102.' [N 33, 356; JG 1b; monogr.]
II-11
|
18051 |
litteken |
litteken:
letejkən (Q074p Kortessem),
letteike (Q074p Kortessem),
litteike (Q074p Kortessem),
littijken (Q074p Kortessem)
|
een litteken [ZND 37 (1941)] || litteken [ZND B1 (1940sq)]
III-1-2
|
34133 |
loeien van de koe in het algemeen |
keken:
ki̯ękǝ (Q074p Kortessem)
|
[N 3A, 5a; JG 1a, 1b; Gwn V, 8; Wi 57; monogr.]
I-11
|
23311 |
lof |
lof:
tloͅ.uf (Q074p Kortessem)
|
het lof [RND]
III-3-3
|
34264 |
longen |
longen:
lǫŋǝ (Q074p Kortessem)
|
De longen of de long van het grootvee in het algemeen. [N 28, 88b]
I-11
|
17817 |
lopen |
lopen:
lo.upə (Q074p Kortessem),
looipe (Q074p Kortessem),
loupə (Q074p Kortessem, ...
Q074p Kortessem),
lǫu̯pǝ (Q074p Kortessem)
|
lopen [ZND 25 (1937)] || lopen: Hebt ge Klaas zien lopen ? [ZND 44 (1946)] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82]
I-9, III-1-2
|
22044 |
lopend snot |
nat snot:
neat snot (Q074p Kortessem)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: besmetting van ademhalingswegen met afscheiding van etter en snot uit bek, neus en ogen (lopend snot)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|