e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kortessem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loper loper: lowpǝr (Kortessem), lø̜jpǝr (Kortessem) De bovenste, draaiende molensteen. De loper had in Q 99 drie soorten kerven, de ligger daarentegen maar één. Zie ook het lemma ɛscherpselɛ.' [N O, 17c; A 42A, 31; N D, 7; Sche 47; Vds 85; Jan 121; Coe 98; Grof 117; monogr.] II-3
loper (boodschapper) loper: leuper (Kortessem) Vroeger (19e eeuw) werd iedere aankomst door een boodschapper gemeld. Hoe heette die? [N 93 (1983)] III-3-2
losplaats lossingplak: lossing plak (Kortessem) de plaats waar de duiven gelost worden (losplaats, lossingsplaats of dergelijke, dus niet de naam van een stad invullen)? [N 93 (1983)] III-3-2
lot(je) van de loterij lot: Lotsje lotje.  lot (Kortessem) Lot. III-3-2
loten loten: lott (Kortessem) Loten. III-3-2
luchtx lucht: ps. omgespeld volgens Frings.  lōͅx (Kortessem, ... ) lucht [ZND 01 (1922)], [ZND 04 (1924)] III-4-4
lucifer priempje: primke (Kortessem), primkə (Kortessem, ... ), stokje: støͅkskə (Kortessem, ... ) lucifer [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 16 (1934)], [ZND B1 (1940sq)] III-2-1
lui lamlendig: lamlendig (Kortessem), lui: leu (Kortessem), lui (Kortessem) lui III-1-4
lui (lieden) mensen: də minsə zän hö:n aləmaol tə boətə än ⁄t veͅjld tə meͅə (Kortessem), minsə (Kortessem, ... ) De mensen zijn vandaag alle buiten op het veld en maaien. Mensen of lieden of lui enz. [ZND 04 (1924)] || mensen [RND] || volk [RND] III-3-1
luid schreien brullen: de keinger zèn wier aon ¯t brulle: de kinderen zijn weer hard aan het wenen  brulle (Kortessem) brullen III-1-4