e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kortessem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nieuwsgierig curieus: dje moet zoe kerjúis ni zijn: ge moet niet zo nieuwsgierig zijn  kerjúis (Kortessem), nieuwsgierig: nôusjierig (Kortessem) curieus || nieuwsgierig III-1-4
nieuwsgierigaard curieusnaas: kerjúisnaos (Kortessem) nieuwsgierige III-1-4
niezen niezen: nieze (Kortessem) niezen III-1-2
nijdnagel ijwortel: eəwoͅtəl (Kortessem) nijdnagel (bijwas aan de vingernagel) [ZND B1 (1940sq)] III-1-2
nijptang tangetje: tɛŋskǝ (Kortessem), trektang: trɛktaŋ (Kortessem) In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor tangen van diverse vorm en grootte die vooral dienen om spijkers uit trekken, maar vaak ook gebruikt worden om draadnagels of metaaldraad af te knippen. Zie ook afb. 144. Uit het Leuvens materiaal L B2, 228-229 blijkt, dat het woordtype trektang vooral de benaming is voor een vrij grote tang waarmee spijkers kunnen worden uitgetrokken. [N 33, 180; N 64, 47b; L B2, 228-229; monogr.; div.] II-11
noemen, naam geven noemen: het is genump nö zenne pa  nuime (Kortessem) noemen III-2-2
noodbed, kermisbed paljas par terre: paljas par tèèr (Kortessem) noodbed, kermisbed [ZND 40 (1942)] III-2-1
noot noot: néút (Kortessem) noot [DC 47 (1972)] III-2-3
noten afslaan beuken: worden gebeujt (Kortessem), boken: boeken (Kortessem) noten afslaan [ZND 36 (1941)] III-2-3
notenboom notenboom: neuteboum (Kortessem) I-7