e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kortessem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
razend van woede giftig: giftig (Kortessem), raastig kwaad: Fil wes zoe roùstig koùd: Theofiel was razend kwaad  roùstig koùt (Kortessem), zo giftig als een konijn: zoe giftig aa ’n kenijn (Kortessem), zo giftig als een spin: zoe giftig aa ’n spin (Kortessem) razend kwaad || woedend || zo kwaad als een konijn || zo kwaad als een spin (vgl spinnijdig) III-1-4
rechtsachter rechtsback (<eng.): rae.chsba:k (Kortessem) Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)] III-3-2
rechtsvoor rechtsvoor: rae.chsv":r (Kortessem) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
rechtvaardig rechtvaardig: rechvjadig (Kortessem) rechtvaardig III-1-4
reeks, rij rij: rij (Kortessem), ps. of toch omspellen volgens Frings: {rj}?.  räj (Kortessem) rij [ZND 19A (1936)] III-4-4
regenen (alg.) regenen: reŋələ (zou) (Kortessem), rieëne (Kortessem), Vb. t reëgelt da t git - da t Kladdert/kleddert (t regent hard).  reëgele (Kortessem) regen [ZND 23 (1937)] || regenen || Regenen. ¯t Was zo goed als zeker, dat het zou regenen. [ZND 46 (1946)] III-4-4
regenjas gabardine (fr.): gabberdin (Kortessem), regenpit: ss. sub pit.  reëgelpit (Kortessem) regenjas || regenmantel (voor het tussenseizoen) III-1-3
regenpijp goot: goǝt (Kortessem) De buis die het regenwater vanuit de dakgoot naar beneden voert. [N 64, 149a; L 24, 23b; L 24, 38; L B1, 160b; monogr.; Vld.] II-9
regenworm piering: pīriŋ (Kortessem, ... ) pier, aardworm [ZND B2 (1940sq)] III-4-2
reinigen (van de hokken) schoonmaken: het schoun make (Kortessem) Hoe zegt men: het reinigen van de hokken? [N 93 (1983)] III-3-2