e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kortessem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rouwsluier voile: op de begrafenis  vwa’l (Kortessem) rouwsluier (vrouw) III-2-2
rug rug: rø̜x (Kortessem) Zie afbeelding 2.29. [JG 1a, 1b; N 8, 12] I-9
rug van het blad van de zeis rug: rø̜x (Kortessem) De opstaande stevige rand aan de buitenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 5. [N 18, 68e; JG 1a, 1b] I-3
ruggengraat rugstrang: rùkstrank (Kortessem), rugstuk: rùkstùk (Kortessem) ruggegraat || ruggengraat III-1-1
rugriem rugriem: rø̜krī.m (Kortessem) Riem die een paard dat niet tussen berries is ingespannen op de rug draagt om de strengen op te houden. De rugriem wordt ook gebruikt bij het voorste van twee ingespannen paarden. [JG 1b, 1c, 1d; N 13, 69] I-10
rugstuk rugstaak: rugstukken  roͅxstoͅkə (Kortessem) karbonaden [Goossens 1b (1960)] III-2-3
ruien ruizelen: rezelle (Kortessem) Hoe heet het volledig vernieuwen van het vederkleed? [N 93 (1983)] III-3-2
ruiken ruiken: rieke (Kortessem), rikə (Kortessem), rukke (Kortessem), rykə (Kortessem) rieken [ZND 25 (1937)] III-1-1
ruilen (als spel) mangelen: Vgl. Van Dale: III. mangelen, (veroud. en gew.) ruilen, verwisselen.  maŋələ (Kortessem) Mangelen. [ZND A1 (1940sq)] III-3-2
ruin ruin: rø̜̄i̯n (Kortessem) Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.] I-9