18934 |
treuzelen |
tettelen:
die jong kan tettele (Q074p Kortessem),
tettele (Q074p Kortessem),
treuzelen:
treuzele (Q074p Kortessem)
|
Die jongen kan treuzelen (hij doet alles langzaam en verdroomt zijn tijd; geef de gemeenzame dialectwoorden en uitdrukkingen aan om dit uit te drukken). [ZND 37 (1941)] || treuzelen
III-1-4
|
21956 |
trichomonose |
trichomonose:
Trichomonose (Q074p Kortessem)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: Trichomonose: ziekte veroorzaakt door een parasitaire bacterie, die vooral huist in bek, keel en krop. Bij de besmette jongen zijn diarree met zure afgang de eerste verschijnselen. Er ontstaan gele ettergezwe [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22393 |
troef |
troef:
Troef spele of jòge: de troefkaart spelen.
troef (Q074p Kortessem)
|
Troef.
III-3-2
|
22629 |
troef add. |
troefkaart:
Sub koòt.
troefkoòt (Q074p Kortessem)
|
Troefkaart.
III-3-2
|
34549 |
troep ganzen |
troep:
trup (Q074p Kortessem)
|
In vraag A 4, 18 en L 20, 18 werd gevraagd naar de dialectwoorden voor een "troep" schapen, koeien, varkens, ganzen. In dit lemma zijn alleen die antwoorden opgenomen die specifiek op een "troep ganzen" duiden. [A 4, 18; L 20, 18]
I-12
|
22394 |
troeven |
aftroeven:
Bè zoe koòt mog dje tog ni oòftroeve: Met zon goede kaarten moogt ge toch niet aftroeven.
oòftroeve (Q074p Kortessem),
inkopen:
Ma potverdore, dje haod moetten einkoupe: Maar waarom hebt ge niet ingekocht (kaartterm).
einkoupe (Q074p Kortessem),
kappen:
Vör wa kap dje ni: waarom gebruikt ge uw troef niet (kaartspel)?
kappe (Q074p Kortessem),
kopen:
koupe (Q074p Kortessem),
troeven:
Dje mòs troeve: Waarom speelt ge ook geen troef?
troeve (Q074p Kortessem)
|
[Troef gebruiken (kaartspel)]. || Aftroeven. || Inkopen. || Kopen (troef inzetten bij het kaartspel). || Troeven.
III-3-2
|
19982 |
trom |
trommel:
truməl (Q074p Kortessem),
NB troemmele: trommelen.
troemmel (Q074p Kortessem)
|
Trommel. [ZND B2 (1940sq)]
III-3-2
|
22861 |
trommeltje |
trommeltje:
tryməlkə (Q074p Kortessem)
|
trommeltje [RND]
III-3-2
|
34198 |
trommelzucht |
opgelopen (volt. deelw.):
ǫpgǝlau̯pǝ (Q074p Kortessem),
ǫpgǝlǫu̯pǝ (Q074p Kortessem)
|
Een sterke gasophoping in de pens bij koeien vooral veroorzaakt dor het eten van nat of bedauwd gras en klaver. Deze trommelzucht belet, door druk op de longen, de ademhaling en leidt tot hevige benauwdheid die de dieren kan doen stikken (Berns 1983, blz. 129). Zie ook het lemma ''trommelzucht'', ''meteorisme'' in wbd I.3, blz. 468-471. [N 3A, 90; L 23, 1c; A 48A, 6; N C add.; monogr.]
I-11
|
22672 |
trompet |
trompet:
trompet (Q074p Kortessem)
|
Trompet.
III-3-2
|