26384 |
verval |
val:
val (Q074p Kortessem)
|
Het verschil in hoogte tussen het bovenwater en het onderwater. Volgens Coenen (pag. 39) bedroeg het verval gewoonlijk 1,5 meter. [Vds 24; Jan 89; Coe 41; Grof 73]
II-3
|
20004 |
verwarming |
chauffage (fr.):
šoͅfāš (Q074p Kortessem)
|
verwarming
III-2-1
|
23312 |
vespers |
vespers (<lat.):
də vɛ:spərs (Q074p Kortessem)
|
de vespers [RND]
III-3-3
|
18277 |
vest |
kamizool (<fr.):
kamesol (Q074p Kortessem),
kaməsoͅl (Q074p Kortessem),
wambuis:
#NAME?
wommes (Q074p Kortessem)
|
vest (fr. gilet) [ZND 16 (1934)], [ZND B1 (1940sq)]
III-1-3
|
33756 |
veulen |
veulen:
vøi̯.lǝ (Q074p Kortessem)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
22797 |
vier nummers op een rij in het kienspel |
quaterne (fr.):
Vier cijfers.
keterre (Q074p Kortessem)
|
Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Wat roept de speler die een rijtje cijfers bezet heeft? [ZND 37 (1941)]
III-3-2
|
32256 |
vierde deel van een stuk boomstam |
kwartier:
kǝrtīr (Q074p Kortessem)
|
Zie de toelichting bij het lemma ɛklievenɛ.' [N E, 9]
II-12
|
22832 |
vieren |
vieren:
gəvi:rt (Q074p Kortessem)
|
gevierd [RND]
III-3-2
|
20574 |
vieruursboterham |
achternoen, de -:
atərnum (Q074p Kortessem),
koffietijd:
koffietijd (Q074p Kortessem)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 15 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 15 uur 30 [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
21537 |
vijf centiem |
knabje:
5 ct.
kneͅpkə (Q074p Kortessem)
|
dialectnamen van de kleinste geldstukken (met waarde) [ZND B2 (1940sq)]
III-3-1
|