e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kortessem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vijfentwintig centiem kwartje: 25 ct.  kwartšə (Kortessem) dialectnamen van de kleinste geldstukken (met waarde) [ZND B2 (1940sq)] III-3-1
vinger vinger: veiŋər (Kortessem), veŋər (Kortessem), viiŋər (Kortessem), vinger (Kortessem), viŋər (Kortessem) Doorn: ik heb een doorn in mijn vinger [ZND 23 (1937)] || vinger [RND] III-1-1
vingerlid lid: leet (Kortessem), vingerlid: vingerleed (Kortessem, ... ) lid || lid van de vinger [ZND 37 (1941)] III-1-1
violier flier: flier (Kortessem, ... ), violier: flīr (Kortessem) Cheiranthus cheiri, Fr. Giroflée des murailles [ZND 15 (1930)] || Violier (Matthiola incana (L.) R.Br.). Sierplanten, meestal met langwerpige, gaafrandige bladeren; grijsachtig door de dichte beharing. De bloemen zijn verschillend gekleurd, maar niet geel, meestal paarsrood. Dik van blad en vaak met dubbele bloemen. Hau [ZND 15 (1930)] I-7, III-2-1
viool viool: Ze gèt nö de mezîeksjoöl en leert vi-joel spele.  vi-joel (Kortessem) Viool. III-3-2
viooltje pense (fr.): pônsei (Kortessem), viool: vijoel (Kortessem) I-7
vishengel vislijn: veͅislēͅn (Kortessem), veͅjsleͅjn (Kortessem), visstek: veͅjssteͅk (Kortessem), vijssteak (Kortessem) Een lange stok om mee te vissen. [ZND 23 (1937)] || Een lange stok om te vissen. [ZND B2 (1940sq)] III-3-2
vissen vissen: vèisse (Kortessem) Vissen. III-3-2
vlaai vlaai: met toelichting van de bereidingswijze  vlaoe (Kortessem) fijn gebak dat de huismoeders vooral ter gelegenheid van de kermis klaarmaken [ZND 48 (1954)] III-2-3
vlaai met deegdeksel taart: turt (Kortessem) een dikke appeltaart met deksel [ZND 32 (1939)] III-2-3