| 22072 |
voedermengsel voor duiven in ruitijd (thans) |
ruizelmengeling:
reuzel mengeling (Q074p Kortessem)
|
Hoe noemt men thans het fabrieksmatig bereide, speciale voedermengsel voor duiven in de ruitijd [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22070 |
voedermengsel voor jonge duiven (thans) |
zonder turkentarwe:
Opm. invuller heeft hierbij geen echte benaming gegeven (tenzij het zo heet?!).
zonder terketerf (Q074p Kortessem)
|
Hoe noemt men thans het fabrieksmatig bereide, speciale voedermengsel voor jonge duiven [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22068 |
voedermengsel voor jonge duiven (vroeger) |
jong:
jong (Q074p Kortessem)
|
Hoe noemde men vroeger, toen de duivenvoeders nog niet fabrieksmatig bereid werden, het speciale voedermengsel voor jonge duiven [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22074 |
voedermengsel voor superprestaties (thans) |
super:
super (Q074p Kortessem)
|
Hoe noemt men thans het fabrieksmatig bereide, speciale voedermengsel voor superprestaties [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 33268 |
voederwikke |
krukken:
krø̜kǝ (Q074p Kortessem)
|
Vicia sativa L. subsp. sativa. Een tot 1 meter hoge klimmende plant met en vrij stevige stengel, veervormige blaadjes, rood- blauwpaarse lipvormige bloemen en boonachtige vruchtjes. De plant bloeit van mei tot juli en wordt vooral op zandgronden als voedergewas geteeld. Vergelijk ook het lemma Vogelwikke [N Q, 1a; N 11A, 29d; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N P, 23 en 24]
I-5
|
| 20483 |
voedsel |
eten:
e.itə (Q074p Kortessem)
|
eten (znw.) [ZND 44 (1946)]
III-2-3
|
| 19130 |
voelen |
voelen:
vúle (Q074p Kortessem)
|
voelen
III-1-4
|
| 34280 |
voer |
voeder:
fui̯ǝr (Q074p Kortessem)
|
Veevoer. De samenstelling van dit voer is vevarieerd. Afval van hooi en stro, wortels van gras en graan, soorten zaad, zemelen en meel kunnen ingrediënten zijn. [N 5A II, 64a en 64b; RND 97; S 41; L 28, 45; JG 1d; monogr.]
I-11
|
| 28326 |
voerman |
voerman:
vurma.n (Q074p Kortessem)
|
Persoon die een ingespannen paard bestuurt of ment. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-10
|
| 23185 |
voetbal |
voetbal:
voetba`l (Q074p Kortessem)
|
Voetbal.
III-3-2
|