33300 |
wieden, algemeen |
geden:
giǝ (Q074p Kortessem)
|
Onkruid bestrijden in het algemeen, ongeacht de manier waarop of het gereedschap waarmee dat gebeurt. Vergelijk ook de meer specifieke handelingen in de andere lemmaɛs van deze paragraaf. De benamingen voor het object onkruid, dat in de woordtypen tussen haken is geplaatst, vindt men in het lemma Onkruid, Algemeen. [N 15, 2; N Q, 11b; JG 1a, 1b, 2c; A 47, 11b; L B2, 272; L 8, 92; S 43, Wi 39; monogr.; add. uit N 18, 8b; A 39, 1b]
I-5
|
19969 |
wieg |
wieg:
wieg (Q074p Kortessem)
|
wieg
III-2-2
|
34574 |
wiel |
rad:
rǭǝt (Q074p Kortessem),
meervoud
rǭǝr (Q074p Kortessem)
|
Algemene benaming voor het wiel van een kar of een wagen. De karren en wagens hebben aanvankelijk houten wielen met daarrond een ijzeren band, om slijtage tegen te gaan. Na de tweede wereldoorlog werden deze houten wielen geleidelijk aan vervangen door wielen met luchtbanden. Afhankelijk van de omtrek heeft een wiel tien tot veertien spaken. [N 17, 57a-b + add; N 18, 99 + add; N G, 4; JG 1a + 1b; Gi 1,1; L 20, 21; L 38, 41; A 2, 60; A 4, 21; A 43, 1a-b; Wi 5; S 29; monogr.]
I-13
|
31573 |
wielband |
band:
bant (Q074p Kortessem),
reep:
re̜jp (Q074p Kortessem)
|
De ijzeren hoepel die door de smid om de houten velg van een kar of wagen wordt gelegd. Zie ook afb. 209a. [N G, 46a; N 17, 67; A 42, 17; JG 1a; JG 1b; L 20, 20c; A 4, 20c; N 33, 8 add.; monogr.; Vld.; div.]
II-11
|
22412 |
wielerwedstrijd |
koers:
koers (Q074p Kortessem)
|
Wedstrijd.
III-3-2
|
27425 |
wig |
kliefbeitel:
klīf˱bētǝl (Q074p Kortessem)
|
Spits toelopend stuk hout of metaal dat dient om hout te doen splijten. Het wordt vaak gebruikt wanneer het kliefmes niet volstaat om een stuk hout te klieven. De spleet die door het kliefmes in het hout is ontstaan wordt dan verder verwijd door er houten of metalen wiggen in te drijven. Metalen wiggen zijn soms voorzien van een steel. [N E, 8c; A 29a, 1]
II-12
|
18555 |
wijde regenmantel zonder mouwen |
caban (fr.):
Et. Fr. caban.
kabôn (Q074p Kortessem)
|
regenmantel
III-1-3
|
20852 |
wijn |
wijn:
ween (Q074p Kortessem)
|
wijn [RND]
III-2-3
|
19281 |
wijs |
loos:
loos (Q074p Kortessem),
wijs:
wijs (Q074p Kortessem)
|
slim || wijs
III-1-4
|
24611 |
wilde roos (hondsroos, enz.) |
hanenkullen:
verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok
ho͂ͅnəkäl (Q074p Kortessem),
hondsroos:
verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok
honsraus (Q074p Kortessem),
wilde roos:
verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok
wielraus (Q074p Kortessem)
|
egelantier [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|