e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kortessem

Overzicht

Gevonden: 2675
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dood (zelfst.nw.) dood: 1a-m; 23, 21  daudj (Kortessem), dowd (Kortessem) dood (subst.; na den dood) [ZND 01 (1922)] III-2-2
doodskist doodskist: do_dsk"^es (Kortessem), dödskîes (Kortessem), lijkkist: lijkk"^es (Kortessem), lijkkîes (Kortessem), zerk: zerk (Kortessem), ook: grafsteen  zerk (Kortessem) doodskist || Doodskist. || lijkkist III-2-2, III-3-3
doof doof: h`is zu dōf as nə poͅt (Kortessem), hië is zau doof as ne pot (Kortessem), hiə`s zu dof as n keͅrp (Kortessem) hij is zo doof als... (vertaal en vul aan) [ZND 23 (1937)] III-1-1
dooien dooien: dojə (Kortessem, ... ), doͅjə (Kortessem, ... ) dooien [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
dooier (het) dool: dū.ol (Kortessem), door: dou̯ǝr (Kortessem) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doopjurkje doopmantel: dopma:ntəl (Kortessem) doopkleed [RND] III-3-3
doopvont doopvont: döypfu.nt (Kortessem) doopvont [RND] III-3-3
doorn, stekel doorn (mv.): dyoͅn (Kortessem) doornen [RND] III-4-3
dopen dopen: döypə (Kortessem, ... ), eͅ keͅjnt dowpə (Kortessem), het keind doupe (Kortessem), kerst doen: e keͅint krjøsə dūn (Kortessem) doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] || Een kind dopen. [ZND 23 (1937)] III-3-3
doperwten peulerwten: puəlēͅrtə (Kortessem), sloostererwten: sluw.stərēͅ.rtə (Kortessem) [Goossens 1b (1960)] I-7