17560 |
geraamte |
geraamte:
geromte (Q074p Kortessem),
gəromtə (Q074p Kortessem)
|
een geraamte [ZND B1 (1940sq)] || geraamte
III-1-1
|
18939 |
gereed |
gereed:
tiətən is gəreͅjt (Q074p Kortessem),
zeə gəreͅjt be ur weͅrk (Q074p Kortessem),
vaardig:
vjādəx (Q074p Kortessem, ...
Q074p Kortessem),
zijt dje nóu nog ni vjadig: ben je nu nog niet gereed
vjadig (Q074p Kortessem)
|
gereed || gereed (vaardig): het eten is gereed [ZND B2 (1940sq)] || gereed: zijt ge gereed met uw werk ? [ZND B2 (1940sq)]
III-1-4
|
20912 |
gerookt spek |
gerookt spek:
gerø:k spɛ:k (Q074p Kortessem)
|
spek dat gerookt is [DC 48 (1973)]
III-2-3
|
32979 |
gerst |
gerst:
gā.s (Q074p Kortessem)
|
Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.]
I-4
|
18312 |
geruite jurk |
gecarreaude (<fr.) rok:
sub geruit.
gekaròude rok (Q074p Kortessem)
|
geruite rok
III-1-3
|
20475 |
geslacht |
geslacht:
zij zijn van een ander geslacht; niet uit dezelfde stam
geslach (Q074p Kortessem)
|
geslacht
III-2-2
|
34394 |
gesneden mannelijk schaap |
hamel:
hǭmǝl (Q074p Kortessem)
|
[N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.]
I-12
|
34305 |
gesneden mannelijk varken |
berg:
bęrx (Q074p Kortessem),
bɛ.rǝx (Q074p Kortessem),
bɛrx (Q074p Kortessem),
borg:
bǫrx (Q074p Kortessem)
|
Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12]
I-12
|
34309 |
gesneden vrouwelijk varken |
gelts:
gē̜ls (Q074p Kortessem),
gɛls (Q074p Kortessem)
|
Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.]
I-12
|
18254 |
gesp |
gesp:
b.v. geips va menne broeksriem.
geips (Q074p Kortessem)
|
gesp
III-1-3
|