e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kortessem

Overzicht

Gevonden: 2675
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijzeren drevels, deuvels goujons: gūzõ̜ (Kortessem), nagels: nējgǝls (Kortessem) De tweepuntige stalen nagels waarmee de verschillende bodemplanken met elkaar verbonden worden. [N E, 38c] II-12
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: gafǝl (Kortessem), gá.fǝl (Kortessem), gāfǝl (Kortessem) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
ijzeren haak aan de puthaak haak: hōək (Kortessem) [ZND 32 (1939)] I-7
ijzig ijzig: Vb. brrr, t is ijzig kaad (brrr, t is zeer koud).  ijzig (Kortessem) ijzig III-4-4
in beweging komen aan de gang gaan: aonne gank góun (Kortessem) in beweging komen III-1-2
in de moestuin werken hovenieren: hōvənīre (Kortessem) [N P (1966)] I-7
in elkaar grijpen pakken: pakǝ (Kortessem) Het in elkaar grijpen van kammen en staven. Het aswiel van de standerdmolen loopt rechtstreeks in één of meer rondsels of bonkelaars boven het staakijzer; dat van de Hollandse molen loopt in een rondsel of in een bonkelaar die op zijn beurt weer meerdere rondsels boven staakijzers kan aandrijven. Bij de watermolen grijpen de kammen van het aswiel in het algemeen in de staven van een rondsel onder het staakijzer of, bij een molen met meer steenkoppels, in een rondsel dat een groot horizontaal wiel, het kroonrad, aandrijft. Het kroonrad kan op zijn beurt één tot vier rondsels in beweging brengen. [N O, 11a; Vds 94; Jan 113; Grof 104] II-3
in goede conditie (zijn) in vorm (zijn): ze is in ferm (Kortessem) Hoe zegt men van een duif: ze is in goede conditie? [N 93 (1983)] III-3-2
in groep vliegen in een kudde vliegen: in en ket vliege (Kortessem) Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: in groep vliegen? [N 93 (1983)] III-3-2
in verwachting zijn aan het sparen zijn: ze is aon ’t spaore (Kortessem), familie verwachten: ze ferwaach femeele (Kortessem), groot gaan: ze gèt grout (Kortessem), haar meubels al hebben: ze hèt hör meubels al (Kortessem), haar schortje vol hebben: ze jèt hör sjuitsje vol (Kortessem), volhubbe = vol hebben  ze hèt hör sjuitsje vol (Kortessem), het zitten hebben: ze hèt het zitte (Kortessem), iets onder de baan zijn: doù is iet ondere baon (Kortessem), iets op komst zijn: doù is iets op köms (Kortessem), in positie zijn: ze is in pezîesse (Kortessem), in verwachting zijn: ze is in verwaachting (Kortessem), z zijn: ze is zoe (Kortessem) in verwachting zijn || zwanger (zijn) || zwanger zijn III-2-2