19957 |
poort |
poort:
pō.t (P118p Kozen)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
33796 |
poot |
poot:
pǫu̯t (P118p Kozen
[(mv pou̯tǝ)]
)
|
Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b]
I-9
|
22806 |
pop |
pop:
en poop (P118p Kozen)
|
pop [GTRP (1980-1995)]
III-3-2
|
33573 |
postelein |
porselein:
pərslēͅə.n (P118p Kozen)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
33171 |
poten |
planten:
plā.ntǝ (P118p Kozen),
poten:
pǫu̯tǝ (P118p Kozen)
|
De kleine steuntjes die zich aan de onderkant van de berries bevinden en waarop het draagvlak van de kruiwagen kan rusten. [N 18, 99, add; JG 1a; JG 1b] || In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b]
I-13, I-5
|
22687 |
prent(je) |
beeld(je):
bieltje (P118p Kozen)
|
Een schoon beeldeken (Fr. image). [ZND 21 (1936)]
III-3-2
|
22356 |
priktol |
dop:
dop (P118p Kozen, ...
P118p Kozen),
doͅp (P118p Kozen)
|
Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in bezeging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [Lk 03 (1953)] || Priktol (= werptol: door middel van een erom gewonden touw werpt men hem draaiend op de grond). [ZND 16 (1934)]
III-3-2
|
32879 |
punt van het blad van de zeis |
tip:
tep (P118p Kozen)
|
De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|
33272 |
raapzaadolie |
raapsmout:
rǫpsmā.t (P118p Kozen)
|
De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
19057 |
raar, vreemd |
aardig:
ook materiaal znd 19a, 003
aardig (P118p Kozen),
âêdig (P118p Kozen)
|
zonderling, vreemd [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|