e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kunrade

Overzicht

Gevonden: 696

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de mis dienen de mis dienen: de mès deene (Kunrade) De mis dienen [diene, de mès deene?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de mis doen de mis lezen: de mès leëze (Kunrade) De mis doen, opdragen. [N 96B (1989)] III-3-3
de missie preken de missie (<fr.) preken: de missie preëke (Kunrade) De missie preken. [N 96B (1989)] III-3-3
de portiuncula-aflaat verdienen uit- en inlopen: oet-en i-loope (Kunrade) De kerk in- en uitgaan bij het bidden van de toties-qoties-aflaat. Dat kon men doen: a)op het Portiuncula-feest, b)op het feest van O.L. Vrouw van de Rozenkrans (7 oktober) en c)in de namiddag en avond van Allerheiligen en op de dag van Allerzielen. [pars [N 96B (1989)] III-3-3
decimeter, maat van 10 cm handbreed: handbreed (Kunrade) de maat die een lengte van 10 cm aangeeft, 1/10 deel van een meter [sol, palm, decimeter] [N 91 (1982)] III-4-4
deeg kneden kneden: knēǝ (Kunrade) Bepaalde grondstoffen t.w. bloem, gist, zout, vocht vormen het deeg. Eventueel worden er nog andere toevoegingen bijgevoegd. Dit deeg gaat men kneden om een massa te verkrijgen waarin de verschillende grondstoffen in de juiste verhouding zo volkomen en gelijkmatig mogelijk dooreengemengd zijn (Schoep blz. 90-91). Naast "kneden met de hand" komt voor "kneden met de voeten" of kneden met de deegmachine". De informant van L 428 merkt op dat "mengelen" het mengen der diverse ingrediënten inhoudt en het eigenlijk kneden ''knē̜jǝ'' is. In dit lemma wordt het object "deeg" niet fonetisch gedocumenteerd. Bij documentatie zou de meest voorkomende variant dęjx zijn geweest. Daarnaast zouden er nog varianten voorkomen als dēx, dē.x, dējx, dē̜k, dē.jx, tī.x, dījx, dix, dīx en di.x.' [N 29, 20b; N 6, 47; S 18; L 1a-m: monogr.; L 22, 41] II-1
dekken dekken: WLD  dèkke (Kunrade) Hoe noemt u het vrouwelijke dier bevruchten (dekken, rijden, springen, remmelen) [N 83 (1981)] III-4-2
diarree dunne, de -: B.v. he is an der dunne.  dunne (Kunrade) Diarree, buikloop (dunne, pruts). [N 84 (1981)] III-1-2
dikke neus zuipneus: Indien die persoon veel gedronken heeft!  zoepnaas (Kunrade) neus, Een dikke ~ (domper, kolf, tromp, domphoren). [N 84 (1981)] III-1-1
dinsdag dinsdag: diënsdig (Kunrade) de derde dag van de week, dinsdag [destag, dijsdag, dijnsdag, diessendag] [N 91 (1982)] III-4-4