e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kunrade

Overzicht

Gevonden: 696
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rechtop piel rechtop: piel rech op (Kunrade) rechtopstaand, recht omhoog staand [fiks] [N 91 (1982)] III-4-4
reeks, rij rij: ri-j (Kunrade) een rij van geregeld naast elkaar geplaatste dingen [resem, reeks] [N 91 (1982)] III-4-4
repareren flikken: flikke (Kunrade) repareren, opknappen [oplappen, flikken, lameseren] [N 91 (1982)] III-4-4
retraite retraite (fr.): retrait (Kunrade) Enige dagen van geestelijke afzondering en gebed in een klooster of een daarvoor bestemd huis [retraite?]. [N 96B (1989)] III-3-3
retraitehuis retraitehuis: retraitehoes (Kunrade) Een huis of inrichting waar retraites worden gehouden, retraitehuis. [N 96B (1989)] III-3-3
ribbel ribbel: riebel (Kunrade) een smalle, langwerpige verhoging aan een voorwerp [ribbel, ril, reef, rif] [N 91 (1982)] III-4-4
riet riet: reeit (Kunrade) Riet (phragmites communis 80 tot 135 cm grote plant. De plant heeft een kruipende wortelstok en dikwijls bovengrondse uitlopers; de bladeren zijn breed en spits, de randen zijn ruw aan de voet met een haarkrans; de aartjes bevinden zich in een grote, st [N 92 (1982)] III-4-3
ringen muntelen: møntǝlǝ (Kunrade) Het varken een ring in de neus zetten om het het wroeten te beletten. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 70, 9; N 19, 26; N 19, 26, Q 98 add.; monogr.] I-12
ringworm omloop: umloop (Kunrade) Huidziekte in de vorm van een wiel (omloop, Sinte-Katrien, springend vuur, ringelworm). [N 84 (1981)] III-1-2
rinkelen met de altaarbel bellen: bèlle (Kunrade) Met deze bel rinkelen, bellen, schellen. [N 96B (1989)] III-3-3