e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kunrade

Overzicht

Gevonden: 696
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stalkaars koningskaars: op 15 aug in kroedwusj  kĕŭningskeejts (Kunrade) Stalkaars (verbascum thapsiforme 30 tot 180 cm grote plant. De bladeren zijn langwerpig, langs de stengel aflopend, witviltig; de plant heeft grote, uitgespreide bloemen; de bloem heeft 2 lange en kale meeldraden en 3 korte, wollig behaarde meeldraden, [N 92 (1982)] III-4-3
steenpuist, bloedzweer bloedzweer: bloodzjweer (Kunrade) Bloedzweer: pijnlijke, rode, meestal in de nek of oksel optredende huidontsteking (kwader, negenoog). [N 84 (1981)] III-1-2
stelpen van bloed stoppen: blood sjtoppe (Kunrade) Stelpen van bloed (struppen, stuffen, stulpen, stelpen). [N 84 (1981)] III-1-2
sterven kapotgaan: WLD  kapot goan (Kunrade) Hoe noemt u sterven, gezegd van dieren (kreperen, kapotgaan, doodgaan) [N 83 (1981)] III-4-2
stevig, gezegd van voedsel goed: gezòn kòs (Kunrade) stevig, gezegd van voedsel (straf) [N 91 (1982)] III-2-3
stikken stikken: sjtikke (Kunrade) Stikken, sterven door ademgebrek (stikken). [N 84 (1981)] III-1-2
stinken stinken: sjtinke (Kunrade) Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)] III-1-1
stokroos stokroos: sjtokroës (Kunrade) stokroos (althea rosea L.) [N 92 (1982)] III-2-1
stola stola (lat.): sjtola (Kunrade) De stola, de stool. [N 96B (1989)] III-3-3
stolp over een heiligenbeeld stolp: sjtulp (Kunrade) Een stolp of stulp, een klokvormig glas over een kruis- of heiligenbeeld. [N 96B (1989)] III-3-3