17977 |
ziekelijk |
kwats:
kwaatsj (Q112c Kunrade)
|
Ziekelijk: telkens ziek (ziekelijk, ongans, lelijk, zuchtig). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18155 |
ziekenhuis |
spitaal:
sjpitaal (Q112c Kunrade)
|
Ziekenhuis: inrichting voor het verplegen van zieken (hospitaal, gasthuis). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
23617 |
zielboek |
dodenlijst:
de doeëdelies (Q112c Kunrade)
|
Het zielenboek, het register van overledenen, wier namen op vaste tijden van de preekstoel werden afgelezen, voorzover de nabestaanden het zielenboekgeld hadden voldaan [zielboek, dodenlijst?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17644 |
zijde |
zij:
zie (Q112c Kunrade)
|
Zijde, flank: de zijkant van de buik tussen onderste ribben en heup (zijde, lank, flank) [N 84 (1981)]
III-1-1
|
25318 |
zil, maat van 2500 m2 of kwart bunder |
zil:
zil (Q112c Kunrade)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van 2500 vierkante meter, dat is 1/4 bunder (=10.000 vierkante meter) [zil] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20166 |
zindelijk |
droog:
drueg ziej (Q112c Kunrade)
|
zindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften beheersend, zindelijk gezegd van kinderen [N 86 (1981)]
III-2-2
|
23502 |
zingende mis |
gezongen mis:
gezònge mès (Q112c Kunrade)
|
Een mis waarin de gelovigen geestelijke liederen zingen [zingende mis, zingmès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20283 |
zogen, voeden (overg.) |
drinken laten:
drinke laote (Q112c Kunrade)
|
borstvoeding geven: Een kind aan de borst voeden (minnen, de mem geven, houden). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
20066 |
zonnebloem |
zonnebloem:
zonneblom (Q112c Kunrade)
|
Zonnebloem (heleanthus annuus) (kleine zonnebloem, zonneroos, zonnester, zonnebloem, zonnewende, helenium). [N 92 (1982)]
III-2-1
|
20286 |
zuigfles |
fles:
de flesj (Q112c Kunrade)
|
zuigfles; een fles met speen om zuigelingen met melk te voeden [teuter, lots, tutter, teuterfles] [N 86 (1981)]
III-2-2
|