e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P057p plaats=Kuringen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijk rijk: rę̄k (Kuringen) Zie de toelichting bij het lemma ɛrijk liggenɛ.' [N O, 34k; Vds 219; Jan 199; Coe 172] II-3
rijkdom rijkdom: rɛ:gdum (Kuringen) rijkdom [RND] III-3-1
rijksveldwachter bode: boy (Kuringen), veldwachter: veldwachter (Kuringen) Hoe zegt men dat iemand door den veldwachter in boete wordt geslagen? Vertaal: "De veldwachter zal hem ... [ZND 36 (1941)] III-3-1
rijkswachter gendarme (fr.): gendarm (Kuringen), ne ganderm (Kuringen) Gendarm, rijkswachter. [ZND 35 (1941)] III-3-1
rijn dester: dę̄ǝstǝr (Kuringen), rijn: rijn (Kuringen), ręǝn (Kuringen) Algemene benaming voor het van vier klauwen voorziene ijzeren kruis in het middengat van de draaiende molensteen dat dient om de draaiïng van het staakijzer op de steen over te brengen. Zie voor de benamingen voor speciale rijntypen de lemmata ɛtweetakrijnɛ, ɛdrietakrijnɛ en ɛbalanceerrijnɛ.' [N O, 15a; A 42A, 20; N D, 18; Sche 45; Vds 84; Jan 122; Coe 100; Grof 120] II-3
rijnholte holletje: hǫlǝkǝ (Kuringen) De uitholling aan de onderzijde van de (tweetaks)rijn waarin (bij balanceerwerk) de punt in de kop van het staakijzer past. [Vds 141; Grof 123] II-3
rijntakgaten rijngater: [rijn]gǭǝtǝr (Kuringen) De twee, drie of vier in de molensteen uitgekapte gleuven waarin de takken van de rijn zijn vastgespied of ingegoten. Het woorddeel ørijnŋ- is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛrijnɛ.' [N O, 18q; Vds 130] II-3
rijntakken armen: ɛrǝm (Kuringen) De twee of vier uitstekende armen van de rijn die in de bovenste steen zijn ingewerkt. Zie ook afb. 80. Het woorddeel ørijnŋ- is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛrijnɛ.' [N O, 15b; N D, 19; Vds 131; Jan 123; Coe 101; Grof 121; A 42A, 20] II-3
rijp rijp: réép (Kuringen) rijp [RND] III-2-3
rijshout, bonenstaak boongard: bongjaat (Kuringen), boonstaak: bonstaak (Kuringen), erwtenrijs: erwterijs (Kuringen), rijs: reͅisə (Kuringen) [ZND 23 (1937)]Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [N P (1966)], [ZND 06 (1924)] I-7